Samenwerking met scholen en financieringsmogelijkheden
Een hoogbegaafde leerling heeft speciale onderwijsbehoeften, waar in de schoolse setting niet altijd voldoende aan tegemoet gekomen kan worden. Net als andere leerlingen met speciale onderwijsbehoeften, zoals kinderen met leerproblemen of andere problematiek, behoren hoogbegaafde leerlingen dus tot de ‘zorgleerlingen’ van uw school. Ook wanneer een hoogbegaafde leerling met plezier naar school gaat en goede schoolresultaten behaalt, is de kans aanzienlijk dat de betreffende leerling speciale sociaal-emotionele en/of cognitieve onderwijsbehoeften heeft waar op school (nog) niet voldoende aan tegemoet wordt gekomen. In een klas met 25 à 30 leerlingen is het namelijk realistisch gezien niet altijd haalbaar om volledig aan deze speciale onderwijsbehoeften tegemoet te komen.
Wanneer er zorgen bestaan over de ontwikkeling van een hoogbegaafde leerling kan een school, gefinancierd vanuit de basisondersteuning, een ‘groot overleg’/School Overleg Team (SOT) plannen, waarin de school (leerkracht, intern begeleider en eventueel directie), ouders van de leerling, een expert op het gebied van hoogbegaafdheid en (binnen sommige samenwerkingsverbanden) een contactpersoon van het samenwerkingsverband deelnemen, om zo te kijken op welke manier de betreffende leerling optimaal begeleid kan worden en kan een plan opgesteld worden om een individueel arrangement/budget voor de leerling aan te vragen bij het overkoepelende samenwerkingsverband (regionaal georganiseerd). Dit zodat er binnen de school, door intern of extern personeel, meer specifieke begeleiding (individueel of in een klein groepje) geboden kan worden, specifieke materialen aangeschaft kunnen worden en eventuele (na)scholing van de leerkrachten/intern begeleider/directie op het gebied van hoogbegaafdheid mogelijk wordt.
Let wel: de samenwerkingsverbanden verschillen in hun procedures wat betreft de aanvraag, toekenning en invulling van arrangementen/budgets op het gebied van hoogbegaafdheid.
In steeds meer gevallen zien wij dat psychologisch en/of didactisch onderzoek vanuit PONTE door scholen aangevraagd en gefinancierd worden vanuit (bijvoorbeeld) de basisondersteuning of speciale budgets vanuit schoolbesturen of samenwerkingsverbanden. Psychologisch en didactisch onderzoek bij (mogelijk) hoogbegaafde kinderen vergt in veel gevallen namelijk een speciale manier van benaderen en heeft specifieke aandachtspunten. Wanneer hier in de uitvoer van het onderzoek niet voldoende rekening mee gehouden wordt, kan een niet kloppend beeld van de intellectuele capaciteiten van de leerling ontstaan. Ook bieden wij vanuit PONTE op scholen steeds meer vormen van begeleiding, gefinancierd vanuit individuele arrangementen/budgets van leerlingen, werken met diverse scholen samen bij de invulling van deze arrangementen/budgets en bieden (na)scholing voor leerkrachten, intern begeleiders en directies.
Op dit onderdeel van de website kunt u als school meer informatie vinden over de verschillende onderzoeks-, (na)scholings- en begeleidingsmogelijkheden die door PONTE op het gebied van hoogbegaafdheid geboden worden.
Wanneer er zorgen bestaan over de ontwikkeling van een hoogbegaafde leerling kan een school, gefinancierd vanuit de basisondersteuning, een ‘groot overleg’/School Overleg Team (SOT) plannen, waarin de school (leerkracht, intern begeleider en eventueel directie), ouders van de leerling, een expert op het gebied van hoogbegaafdheid en (binnen sommige samenwerkingsverbanden) een contactpersoon van het samenwerkingsverband deelnemen, om zo te kijken op welke manier de betreffende leerling optimaal begeleid kan worden en kan een plan opgesteld worden om een individueel arrangement/budget voor de leerling aan te vragen bij het overkoepelende samenwerkingsverband (regionaal georganiseerd). Dit zodat er binnen de school, door intern of extern personeel, meer specifieke begeleiding (individueel of in een klein groepje) geboden kan worden, specifieke materialen aangeschaft kunnen worden en eventuele (na)scholing van de leerkrachten/intern begeleider/directie op het gebied van hoogbegaafdheid mogelijk wordt.
Let wel: de samenwerkingsverbanden verschillen in hun procedures wat betreft de aanvraag, toekenning en invulling van arrangementen/budgets op het gebied van hoogbegaafdheid.
In steeds meer gevallen zien wij dat psychologisch en/of didactisch onderzoek vanuit PONTE door scholen aangevraagd en gefinancierd worden vanuit (bijvoorbeeld) de basisondersteuning of speciale budgets vanuit schoolbesturen of samenwerkingsverbanden. Psychologisch en didactisch onderzoek bij (mogelijk) hoogbegaafde kinderen vergt in veel gevallen namelijk een speciale manier van benaderen en heeft specifieke aandachtspunten. Wanneer hier in de uitvoer van het onderzoek niet voldoende rekening mee gehouden wordt, kan een niet kloppend beeld van de intellectuele capaciteiten van de leerling ontstaan. Ook bieden wij vanuit PONTE op scholen steeds meer vormen van begeleiding, gefinancierd vanuit individuele arrangementen/budgets van leerlingen, werken met diverse scholen samen bij de invulling van deze arrangementen/budgets en bieden (na)scholing voor leerkrachten, intern begeleiders en directies.
Op dit onderdeel van de website kunt u als school meer informatie vinden over de verschillende onderzoeks-, (na)scholings- en begeleidingsmogelijkheden die door PONTE op het gebied van hoogbegaafdheid geboden worden.
Psychologisch onderzoek
Onderzoek of er sprake is van een ontwikkelingsvoorsprong (hoogbegaafdheid) is alleen zinvol als daar een gerichte vraag of probleemstelling aan ten grondslag ligt. Meestal is de directe aanleiding dat er zorgen zijn bij de school en/of ouders over de ontwikkeling van een kind en doen zich (kleinere of grotere) problemen voor op school en/of thuis. Tevens dienen er signalen te zijn, dat een ontwikkelingsvoorsprong mogelijk aan de problematiek ten grondslag ligt.
Soms is het mogelijk om het kind via de school (bijvoorbeeld door een psycholoog van een Schoolbegeleidingsdienst) te laten testen. Echter, in de praktijk merken wij dat psychologisch onderzoek bij (mogelijk) hoogbegaafde kinderen in veel gevallen een speciale manier van benaderen vergt en specifieke aandachtspunten heeft. Bij steeds meer scholen en schoolbesturen en binnen steeds meer samenwerkingsverbanden van scholen is het daarom mogelijk om ons in te schakelen voor dit psychologisch onderzoek.
PONTE biedt t.b.v. kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong drie vormen van psychologisch onderzoek aan:
Soms is het mogelijk om het kind via de school (bijvoorbeeld door een psycholoog van een Schoolbegeleidingsdienst) te laten testen. Echter, in de praktijk merken wij dat psychologisch onderzoek bij (mogelijk) hoogbegaafde kinderen in veel gevallen een speciale manier van benaderen vergt en specifieke aandachtspunten heeft. Bij steeds meer scholen en schoolbesturen en binnen steeds meer samenwerkingsverbanden van scholen is het daarom mogelijk om ons in te schakelen voor dit psychologisch onderzoek.
PONTE biedt t.b.v. kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong drie vormen van psychologisch onderzoek aan:
Hoogbegaafdheidonderzoek (uitgebreid onderzoek)
Een hoogbegaafdheidonderzoek is gericht op zowel de intellectuele, de motivationele, creatieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij dit onderzoek wordt het totale functioneren van het kind in beeld gebracht en gaat het diagnostisch veel breder en dieper dan het intelligentieonderzoek. Een intakegesprek gaat altijd vooraf aan dit onderzoek en ook wordt voorafgaande aan de onderzoeksdag aan de ouders gevraagd om een uitgebreide vragenlijst en een observatievragenlijst in te vullen. Dit onderzoek is aan te raden als er zorgen zijn over de ontwikkelingen op school (gedrag, leerontwikkeling, relaties met andere kinderen), de persoonlijkheidsontwikkeling (bijvoorbeeld de sociaal-emotionele ontwikkeling) of over de werkhouding. Alle aspecten van de werkhouding worden uitgebreid onderzocht, waarbij het gaat om zaken als concentratie, taakspanning, flexibiliteit, creativiteit en leerstrategie.
Met betrekking tot de sociaal-emotionele ontwikkeling worden alle aspecten onderzocht waarbij het onder meer kan gaan om bijvoorbeeld assertiviteit, samenwerkingsaspecten, faalangst, communicatieproblemen of negatief zelfbeeld. Ook kan er gebruik gemaakt worden van persoonlijkheidsvragenlijsten en kunnen verschillende andere opdrachten uitgevoerd worden. Naast een grondige analyse wordt er een uitgebreid (en een zo concreet mogelijk) advies gegeven over de verdere begeleiding van het kind. Resultaten en advies komen in een schriftelijk rapport te staan. De kosten voor een hoogbegaafdheidonderzoek bedragen €1.325,--.
Wilt u naast een beeld van de cognitieve capaciteiten en sociale en emotionele ontwikkeling van uw kind, een beeld van de didactische vaardigheden, dan is het mogelijk om het hoogbegaafdheidsonderzoek uit te breiden met een didactisch onderzoek. Als daartoe besloten wordt, ontvangt u 50% korting op het didactisch onderzoek. De onderzoeken zullen binnen twee weken na elkaar worden ingepland.
Klik hier voor het aanvraagformulier.
Met betrekking tot de sociaal-emotionele ontwikkeling worden alle aspecten onderzocht waarbij het onder meer kan gaan om bijvoorbeeld assertiviteit, samenwerkingsaspecten, faalangst, communicatieproblemen of negatief zelfbeeld. Ook kan er gebruik gemaakt worden van persoonlijkheidsvragenlijsten en kunnen verschillende andere opdrachten uitgevoerd worden. Naast een grondige analyse wordt er een uitgebreid (en een zo concreet mogelijk) advies gegeven over de verdere begeleiding van het kind. Resultaten en advies komen in een schriftelijk rapport te staan. De kosten voor een hoogbegaafdheidonderzoek bedragen €1.325,--.
Wilt u naast een beeld van de cognitieve capaciteiten en sociale en emotionele ontwikkeling van uw kind, een beeld van de didactische vaardigheden, dan is het mogelijk om het hoogbegaafdheidsonderzoek uit te breiden met een didactisch onderzoek. Als daartoe besloten wordt, ontvangt u 50% korting op het didactisch onderzoek. De onderzoeken zullen binnen twee weken na elkaar worden ingepland.
Klik hier voor het aanvraagformulier.
Intelligentieonderzoek
Een intelligentieonderzoek richt zich voornamelijk op de cognitieve (=denk) ontwikkeling van het kind. Er worden één of meer (delen van) intelligentietests afgenomen en het IQ-profiel wordt bepaald (sterke en zwakke kanten van de intelligentie worden weergegeven, alsmede de mogelijke consequenties daarvan voor de verdere ontwikkeling). In het rapport wordt ook een kort beeld geschetst van de werkhouding, waarbij het gaat om zaken als concentratie, taakspanning, leerstrategie. Het rapport wordt afgesloten met een aantal ontwikkelingsgerichte adviezen op hoofdlijnen over de meest optimale wijze waarop er met het kind in de onderwijssituatie (en eventueel thuis) zou moeten worden omgegaan.
In het kader van dit onderzoek wordt niet nader ingegaan op de sociaal-emotionele of persoonlijkheidsaspecten, zoals bijvoorbeeld faalangst, communicatieproblemen, negatief zelfbeeld van het kind. Eventueel opvallende persoons- of gedragskenmerken worden wel gesignaleerd, maar nadere diagnostiek dient met behulp van aanvullend persoonlijkheidsonderzoek plaats te vinden. De kosten voor een Intelligentieonderzoek bedragen €950,--.
Klik hier voor het aanvraagformulier.
In het kader van dit onderzoek wordt niet nader ingegaan op de sociaal-emotionele of persoonlijkheidsaspecten, zoals bijvoorbeeld faalangst, communicatieproblemen, negatief zelfbeeld van het kind. Eventueel opvallende persoons- of gedragskenmerken worden wel gesignaleerd, maar nadere diagnostiek dient met behulp van aanvullend persoonlijkheidsonderzoek plaats te vinden. De kosten voor een Intelligentieonderzoek bedragen €950,--.
Klik hier voor het aanvraagformulier.
Toelatingsonderzoek
Een toelatingsonderzoek (kosten €725,--) richt zich op de cognitieve (=denk) ontwikkeling van het kind. Er worden één of meer (delen van) intelligentietests afgenomen en het IQ-profiel wordt bepaald (sterke en zwakke kanten van de intelligentie worden weergegeven). Daarnaast wordt in beperkte mate aangegeven hoe de werkhouding van het kind is en of er tijdens het onderzoek opvallende signalen zijn waargenomen op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling, zoals bijvoorbeeld faalangst, communicatieproblemen, negatief zelfbeeld e.d.. Gezien de beperkte doelstelling van dit onderzoek blijft het echter bij signaleren van eventuele genoemde kenmerken en vindt er geen verdere diagnostiek plaats.
Bij deze vorm van onderzoek wordt een schriftelijk intake gedaan, waarbij ouders vóór het onderzoek een oudervragenlijst opgestuurd krijgen met het verzoek deze in te vullen en weer terug te sturen. Het intakeformulier dient er toe de onderzoeksvraag helder te krijgen. Het onderzoek duurt, mede afhankelijk van de leeftijd van het kind, maximaal 3 uur.
Klik hier voor het aanvraagformulier.
Bij deze vorm van onderzoek wordt een schriftelijk intake gedaan, waarbij ouders vóór het onderzoek een oudervragenlijst opgestuurd krijgen met het verzoek deze in te vullen en weer terug te sturen. Het intakeformulier dient er toe de onderzoeksvraag helder te krijgen. Het onderzoek duurt, mede afhankelijk van de leeftijd van het kind, maximaal 3 uur.
Klik hier voor het aanvraagformulier.
Verloop psychologisch onderzoek
Van eerste oriëntatie tot en met het adviesgesprek: 6 stappen
1. De eerste stap in het gehele onderzoeksproces is meestal een telefonische informatie-uitwisseling tussen één van de psychologen/orthopedagogen van PONTE en de ouders of de school (afhankelijk van wie het onderzoek aanvraagt). Soms is er eerst behoefte aan meer informatie en zenden wij via email een informatiepakket toe. Soms is het direct duidelijk dat een onderzoek wenselijk is en wordt meteen een datum voor het onderzoek gepland.
2. Als de school (met toestemming van de ouders) na het bestuderen van de schriftelijke informatie besluit tot het aanvragen van een onderzoek, wordt aan de ouders gevraagd het bijgevoegde intake-formulier in te vullen en te retourneren en aan de school gevraagd eventuele aanvullende informatie te verschaffen (bijvoorbeeld gegevens vanuit het leerlingsvolgsysteem). In het intake-formulier worden vragen gesteld over de lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, de gezinssituatie, de schoolloopbaan en andere bijzonderheden.
Wanneer dit vragenformulier ingevuld door PONTE retour is ontvangen, dan wordt dat als een definitieve aanvraag voor een onderzoek beschouwd. Ook vullen de ouders een observatievragenlijst in over het kind en de wijze waarop het zich in de eigen omgeving gedraagt.
3. Meestal is het volgende contact dat ouders hebben een persoonlijk gesprek met één van de psychologen aan het begin van de dag van onderzoek. Terwijl het kind, na gewend te zijn, met één van de onderzoekers aan de slag gaat, hebben de ouders (in het geval van een uitgebreid hoogbegaafdheidsonderzoek) het gesprek met de andere onderzoeker. In dit gesprek wordt vooral ingegaan op wat precies de vraagstelling is voor het onderzoek en wat daar aan vooraf is gegaan. Ook is het voor ouders mogelijk om een toelichting te geven op het intakeformulier en kan er eventueel inzage gegeven worden in andere gegevens.
4. Uiterlijk een dag voor het onderzoek heeft de psycholoog vastgesteld welke onderzoeksmiddelen worden ingezet t.b.v. de vraagstelling. Op basis van het intake-gesprek kan een en ander nog worden bijgesteld.
5. De ouders (of de school indien deze het onderzoek heeft aangevraagd) krijgen 14 dagen na het onderzoek een rapport thuisgestuurd. In dit rapport staan:
6. Na afloop van het gehele onderzoeksproces krijgt de school de factuur. De psychologen van PONTE zijn geen GZ-psychologen en dus niet BIG-geregistreerd. Wel zijn zij allemaal NIP-geregistreerd en/of NVO-geregistreerd.
De onderzoeksdag
Op de dag van onderzoek hebben ouder(s) en kind, na soms een lange reis, eerst de gelegenheid rustig “aan te komen”. Meestal gaat een psycholoog daarna met het kind aan het werk, terwijl de ouder(s) met een andere psycholoog het intake-gesprek voeren (alleen bij uitgebreid onderzoek). Daarna kunnen de ouders kiezen of ze in onze wachtruimte willen blijven of dat ze iets anders gaan doen en als het onderzoek klaar is, terugkomen. In het laatste geval is het wel wenselijk dat ze (mobiel) telefonisch bereikbaar blijven. Ouders zijn niet bij het onderzoek zelf aanwezig.
De onderzoekers zijn er op gericht het kind zoveel mogelijk op zijn gemak te stellen. Alleen als een kind zich lekker voelt, is het mogelijk een goed beeld te krijgen van wie het is en hoe het functioneert. Meestal wordt begonnen met de intelligentietest: vanaf 6 jaar gebruiken wij meestal de WISC-V NL, voor jongere kinderen gebruiken wij doorgaans de WPPSI-III NL.
De intelligentietest bestaat uit verschillende onderdelen, die steeds een beroep doen op een ander aspect van de intelligentie. De meeste onderdelen beginnen eenvoudig en worden daarna iedere keer een stukje moeilijker. Bij sommige onderdelen wordt de tijd opgenomen.
Na de intelligentietest worden, in het geval van een uitgebreid hoogbegaafdheidonderzoek, andere onderdelen afgenomen. Afhankelijk van de vraagstelling en de leeftijd van het kind kunnen dit één of meer persoonlijkheids-vragenlijsten zijn en/of een creativiteitstest. Meestal wordt het kind ook gevraagd één of meer tekeningen te maken. Om een beeld te krijgen van de belevingswereld van het kind, wordt ook gebruik gemaakt van spelsituaties en gesprekken. Bij jongere kinderen ligt de nadruk doorgaans meer op spelen en bij oudere kinderen meer op praten.
Tussen het onderzoek door worden er pauzes gehouden en kan er wat gegeten en gedronken worden. Wij vragen de ouders zelf iets te eten en te drinken voor het kind mee te nemen.
Een bijzondere voorbereiding op de dag is niet echt nodig. Kinderen ervaren de onderzoeksdag meestal als een leuke, stimulerende, maar intensieve dag. Ouders kunnen hun kind vertellen dat het allerlei werkjes, spelletjes en puzzels gaat doen. In beginsel is het wenselijk om zo open mogelijk te zijn tegenover het kind over de reden van het onderzoek.
Tot slot is het belangrijk dat het kind fit is voor het onderzoek. Wanneer het kind ziek is, kan de onderzoeksdag beter uitgesteld worden, hoewel daar in bepaalde gevallen wel extra kosten aan verbonden zijn.
1. De eerste stap in het gehele onderzoeksproces is meestal een telefonische informatie-uitwisseling tussen één van de psychologen/orthopedagogen van PONTE en de ouders of de school (afhankelijk van wie het onderzoek aanvraagt). Soms is er eerst behoefte aan meer informatie en zenden wij via email een informatiepakket toe. Soms is het direct duidelijk dat een onderzoek wenselijk is en wordt meteen een datum voor het onderzoek gepland.
2. Als de school (met toestemming van de ouders) na het bestuderen van de schriftelijke informatie besluit tot het aanvragen van een onderzoek, wordt aan de ouders gevraagd het bijgevoegde intake-formulier in te vullen en te retourneren en aan de school gevraagd eventuele aanvullende informatie te verschaffen (bijvoorbeeld gegevens vanuit het leerlingsvolgsysteem). In het intake-formulier worden vragen gesteld over de lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, de gezinssituatie, de schoolloopbaan en andere bijzonderheden.
Wanneer dit vragenformulier ingevuld door PONTE retour is ontvangen, dan wordt dat als een definitieve aanvraag voor een onderzoek beschouwd. Ook vullen de ouders een observatievragenlijst in over het kind en de wijze waarop het zich in de eigen omgeving gedraagt.
3. Meestal is het volgende contact dat ouders hebben een persoonlijk gesprek met één van de psychologen aan het begin van de dag van onderzoek. Terwijl het kind, na gewend te zijn, met één van de onderzoekers aan de slag gaat, hebben de ouders (in het geval van een uitgebreid hoogbegaafdheidsonderzoek) het gesprek met de andere onderzoeker. In dit gesprek wordt vooral ingegaan op wat precies de vraagstelling is voor het onderzoek en wat daar aan vooraf is gegaan. Ook is het voor ouders mogelijk om een toelichting te geven op het intakeformulier en kan er eventueel inzage gegeven worden in andere gegevens.
4. Uiterlijk een dag voor het onderzoek heeft de psycholoog vastgesteld welke onderzoeksmiddelen worden ingezet t.b.v. de vraagstelling. Op basis van het intake-gesprek kan een en ander nog worden bijgesteld.
5. De ouders (of de school indien deze het onderzoek heeft aangevraagd) krijgen 14 dagen na het onderzoek een rapport thuisgestuurd. In dit rapport staan:
- de onderzoeksvraag;
- voorinformatie van de ouders of de school over het kind;
- de gehanteerde onderzoeksmiddelen;
- de onderzoeksresultaten, onderverdeeld in: algemene observaties, werkhouding, creativiteit, intelligentie en sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij een intelligentieonderzoek worden alleen de algemene observatie, werkhouding en de intelligentie beschreven;
- de beantwoording van de onderzoeksvraag;
- Bij het uitgebreide onderzoek en intelligentieonderzoek: de advisering (bij het uitgebreide onderzoek zowel gericht op cognitief gebied als op sociaal-emotioneel gebied, bij het intelligentieonderzoek alleen gericht op cognitief gebied).
6. Na afloop van het gehele onderzoeksproces krijgt de school de factuur. De psychologen van PONTE zijn geen GZ-psychologen en dus niet BIG-geregistreerd. Wel zijn zij allemaal NIP-geregistreerd en/of NVO-geregistreerd.
De onderzoeksdag
Op de dag van onderzoek hebben ouder(s) en kind, na soms een lange reis, eerst de gelegenheid rustig “aan te komen”. Meestal gaat een psycholoog daarna met het kind aan het werk, terwijl de ouder(s) met een andere psycholoog het intake-gesprek voeren (alleen bij uitgebreid onderzoek). Daarna kunnen de ouders kiezen of ze in onze wachtruimte willen blijven of dat ze iets anders gaan doen en als het onderzoek klaar is, terugkomen. In het laatste geval is het wel wenselijk dat ze (mobiel) telefonisch bereikbaar blijven. Ouders zijn niet bij het onderzoek zelf aanwezig.
De onderzoekers zijn er op gericht het kind zoveel mogelijk op zijn gemak te stellen. Alleen als een kind zich lekker voelt, is het mogelijk een goed beeld te krijgen van wie het is en hoe het functioneert. Meestal wordt begonnen met de intelligentietest: vanaf 6 jaar gebruiken wij meestal de WISC-V NL, voor jongere kinderen gebruiken wij doorgaans de WPPSI-III NL.
De intelligentietest bestaat uit verschillende onderdelen, die steeds een beroep doen op een ander aspect van de intelligentie. De meeste onderdelen beginnen eenvoudig en worden daarna iedere keer een stukje moeilijker. Bij sommige onderdelen wordt de tijd opgenomen.
Na de intelligentietest worden, in het geval van een uitgebreid hoogbegaafdheidonderzoek, andere onderdelen afgenomen. Afhankelijk van de vraagstelling en de leeftijd van het kind kunnen dit één of meer persoonlijkheids-vragenlijsten zijn en/of een creativiteitstest. Meestal wordt het kind ook gevraagd één of meer tekeningen te maken. Om een beeld te krijgen van de belevingswereld van het kind, wordt ook gebruik gemaakt van spelsituaties en gesprekken. Bij jongere kinderen ligt de nadruk doorgaans meer op spelen en bij oudere kinderen meer op praten.
Tussen het onderzoek door worden er pauzes gehouden en kan er wat gegeten en gedronken worden. Wij vragen de ouders zelf iets te eten en te drinken voor het kind mee te nemen.
Een bijzondere voorbereiding op de dag is niet echt nodig. Kinderen ervaren de onderzoeksdag meestal als een leuke, stimulerende, maar intensieve dag. Ouders kunnen hun kind vertellen dat het allerlei werkjes, spelletjes en puzzels gaat doen. In beginsel is het wenselijk om zo open mogelijk te zijn tegenover het kind over de reden van het onderzoek.
Tot slot is het belangrijk dat het kind fit is voor het onderzoek. Wanneer het kind ziek is, kan de onderzoeksdag beter uitgesteld worden, hoewel daar in bepaalde gevallen wel extra kosten aan verbonden zijn.
"Ons didactisch onderzoek is voor kinderen van groep één tot en met acht."
Didactisch onderzoek
at houdt een didactisch onderzoek in?
Een didactisch onderzoek bij PONTE is gericht op de schoolse vaardigheden voor kinderen van groep 1 tot en met 8 van het primair onderwijs. Dit onderzoek toont aan in hoeverre een leerling een voorsprong heeft op de lesstof van zijn of haar groep.
Wij bieden twee soorten didactisch onderzoek aan:
Tijdens het didactisch onderzoek bij PONTE, wat een dagdeel zal duren, zullen schoolvaardigheidstoetsen afgenomen worden op de hoofdleergebieden (rekenen/ wiskunde, hoofdrekenen, technisch lezen, begrijpend lezen) en op het gebied van spelling en automatiseren. De schoolvaardigheidstoetsen van de hoofdleergebieden (rekenen/ wiskunde, hoofdrekenen, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling) zijn tevens COTAN-gecertificeerd (certificering van kwaliteit van psychodiagnostische instrumenten). Uit de toetsen zullen scores komen die uitdrukken op welk niveau uw leerling is met het beheersen van de leerstof, ofwel in hoeverre een kind gevorderd is in de leerstof. Dit wordt ook wel de didactische leeftijdsequivalent (DLE) genoemd. We maken gebruik van de nieuwste schoolvaardigheidstoetsen (o.a. Teije de Vos e.a.). De uitkomsten van deze toetsen op het gebied van rekenen/wiskunde, spelling en begrijpend lezen zijn tevens goedgekeurd om door scholen gebruikt te worden in de verantwoording van de tussenopbrengsten aan de Onderwijsinspectie.
Bij leerlingen van groep 1 tot en met 3 wordt aanvullend de Utrechtse Getalbegrip Toets (UGT-R) afgenomen (deze toets is specifiek toegespitst op kinderen van groep 1 tot en met 3 en is tevens COTAN-gecertificeerd) en wordt de toets op het gebied van automatiseren, gezien de leeftijd, niet afgenomen. Tevens wordt bij de leerlingen van groep 1 tot en met 3, afhankelijk van het kind, de toets voor begrijpend lezen niet of verkort afgenomen.
Bij leerlingen van groep 6 tot en met 8 wordt van de schoolvaardigheidstoets spelling ook het onderdeel werkwoordspelling afgenomen.
Na het uitvoeren van het didactisch onderzoek stellen wij een rapport op waarin wij een overzicht geven op welk niveau uw leerling per leergebied ervoor staat, in hoeverre uw leerling voor-/ gelijk-/ of achterloopt in vergelijking met zijn of haar leeftijdgenoten. Bovendien wordt ook een beeld geschetst van de taakaanpak per toets en de werkhouding van uw leerling, waarbij het gaat om zaken als concentratie en taakgerichtheid.
Wanneer een didactisch onderzoek laten afnemen?
Een didactisch onderzoek is van toegevoegde waarde als u als school een duidelijker beeld wilt krijgen van de schoolse vaardigheden van uw leerling op de verschillende leergebieden die op school aan bod komen. Het kan namelijk soms voor de nodige verwarring zorgen dat een hoogbegaafd kind niet altijd goed scoort op bijvoorbeeld de toetsen van het Cito Leerlingvolgsysteem. Bovendien komt het voor dat hoogbegaafde kinderen, wanneer zij langdurig onder hun cognitieve niveau zijn aangesproken, dermate gaan onderpresteren dat zij didactische achterstanden opbouwen. Om een helder beeld te krijgen van de schoolse vaardigheden van de leerling, kan een didactisch onderzoek uitkomst bieden. Hiermee kan door de school een op uw kind afgestemd lesprogramma opgesteld worden.
Wat kunt u met een didactisch onderzoek?
Met de uitkomsten van ons didactisch onderzoek kunt u als school een aangepast lesprogramma opstellen voor uw leerling, dat beter aansluit bij de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. Op basis van de uitkomsten van het didactisch onderzoek kan namelijk bepaald worden wat het instapniveau bij elk leergebied voor het compacten en verrijken van de leerstof van de leerling is. Zo kan bijvoorbeeld blijken dat een leerling op sommige leergebieden voorloopt, maar op andere leergebieden juist achterloopt. Het lesprogramma kan dan bestaan uit (beknopt) inlopen van de specifieke achterstanden en extra uitdagende opdrachten op de andere leergebieden. Ook kan blijken dat een leerling dusdanig voorloopt op alle leergebieden (bijvoorbeeld meer dan een jaar) dat versneld doorstromen naar de volgende groep te overwegen is. De resultaten van dit didactisch onderzoek kunnen een onderbouwing vormen voor dit soort overwegingen.
Waarom een didactisch onderzoek en geen intelligentie onderzoek?
Bij een didactisch onderzoek wordt geen IQ vastgesteld (meting van de capaciteiten), maar wel het leerstofniveau waarop de leerling functioneert (vaardigheden om de capaciteiten aan te spreken). Sommige leerlingen kunnen namelijk, door bijvoorbeeld een gebrek aan uitdaging of onderliggende persoonskenmerken, veel lagere schoolresultaten behalen dan op basis van hun IQ verwacht kan worden. Ook zijn er hoogbegaafde kinderen die bijna alle leerstof binnen hun leerjaar al lijken te beheersen en waar men als school niet goed weet op welk didactisch niveau ingestapt moet worden met betrekking tot uitdagende lesstof.
Kosten didactisch onderzoek
De kosten voor een didactisch onderzoek bedragen €850,--. Mocht er behoefte zijn aan onze begeleiding naar aanleiding van het didactisch onderzoek , dan is dit uiteraard mogelijk. Voor een overzicht van onze begeleidingmogelijkheden wordt verwezen naar het tabblad ‘individuele begeleidingstrajecten en -mogelijkheden’.
Een didactisch onderzoek bij PONTE is gericht op de schoolse vaardigheden voor kinderen van groep 1 tot en met 8 van het primair onderwijs. Dit onderzoek toont aan in hoeverre een leerling een voorsprong heeft op de lesstof van zijn of haar groep.
Wij bieden twee soorten didactisch onderzoek aan:
- Didactisch onderzoek gericht op kinderen van groep 1 tot en met 3
- Didactisch onderzoek gericht op kinderen van groep 4 tot en met 8
Tijdens het didactisch onderzoek bij PONTE, wat een dagdeel zal duren, zullen schoolvaardigheidstoetsen afgenomen worden op de hoofdleergebieden (rekenen/ wiskunde, hoofdrekenen, technisch lezen, begrijpend lezen) en op het gebied van spelling en automatiseren. De schoolvaardigheidstoetsen van de hoofdleergebieden (rekenen/ wiskunde, hoofdrekenen, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling) zijn tevens COTAN-gecertificeerd (certificering van kwaliteit van psychodiagnostische instrumenten). Uit de toetsen zullen scores komen die uitdrukken op welk niveau uw leerling is met het beheersen van de leerstof, ofwel in hoeverre een kind gevorderd is in de leerstof. Dit wordt ook wel de didactische leeftijdsequivalent (DLE) genoemd. We maken gebruik van de nieuwste schoolvaardigheidstoetsen (o.a. Teije de Vos e.a.). De uitkomsten van deze toetsen op het gebied van rekenen/wiskunde, spelling en begrijpend lezen zijn tevens goedgekeurd om door scholen gebruikt te worden in de verantwoording van de tussenopbrengsten aan de Onderwijsinspectie.
Bij leerlingen van groep 1 tot en met 3 wordt aanvullend de Utrechtse Getalbegrip Toets (UGT-R) afgenomen (deze toets is specifiek toegespitst op kinderen van groep 1 tot en met 3 en is tevens COTAN-gecertificeerd) en wordt de toets op het gebied van automatiseren, gezien de leeftijd, niet afgenomen. Tevens wordt bij de leerlingen van groep 1 tot en met 3, afhankelijk van het kind, de toets voor begrijpend lezen niet of verkort afgenomen.
Bij leerlingen van groep 6 tot en met 8 wordt van de schoolvaardigheidstoets spelling ook het onderdeel werkwoordspelling afgenomen.
Na het uitvoeren van het didactisch onderzoek stellen wij een rapport op waarin wij een overzicht geven op welk niveau uw leerling per leergebied ervoor staat, in hoeverre uw leerling voor-/ gelijk-/ of achterloopt in vergelijking met zijn of haar leeftijdgenoten. Bovendien wordt ook een beeld geschetst van de taakaanpak per toets en de werkhouding van uw leerling, waarbij het gaat om zaken als concentratie en taakgerichtheid.
Wanneer een didactisch onderzoek laten afnemen?
Een didactisch onderzoek is van toegevoegde waarde als u als school een duidelijker beeld wilt krijgen van de schoolse vaardigheden van uw leerling op de verschillende leergebieden die op school aan bod komen. Het kan namelijk soms voor de nodige verwarring zorgen dat een hoogbegaafd kind niet altijd goed scoort op bijvoorbeeld de toetsen van het Cito Leerlingvolgsysteem. Bovendien komt het voor dat hoogbegaafde kinderen, wanneer zij langdurig onder hun cognitieve niveau zijn aangesproken, dermate gaan onderpresteren dat zij didactische achterstanden opbouwen. Om een helder beeld te krijgen van de schoolse vaardigheden van de leerling, kan een didactisch onderzoek uitkomst bieden. Hiermee kan door de school een op uw kind afgestemd lesprogramma opgesteld worden.
Wat kunt u met een didactisch onderzoek?
Met de uitkomsten van ons didactisch onderzoek kunt u als school een aangepast lesprogramma opstellen voor uw leerling, dat beter aansluit bij de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. Op basis van de uitkomsten van het didactisch onderzoek kan namelijk bepaald worden wat het instapniveau bij elk leergebied voor het compacten en verrijken van de leerstof van de leerling is. Zo kan bijvoorbeeld blijken dat een leerling op sommige leergebieden voorloopt, maar op andere leergebieden juist achterloopt. Het lesprogramma kan dan bestaan uit (beknopt) inlopen van de specifieke achterstanden en extra uitdagende opdrachten op de andere leergebieden. Ook kan blijken dat een leerling dusdanig voorloopt op alle leergebieden (bijvoorbeeld meer dan een jaar) dat versneld doorstromen naar de volgende groep te overwegen is. De resultaten van dit didactisch onderzoek kunnen een onderbouwing vormen voor dit soort overwegingen.
Waarom een didactisch onderzoek en geen intelligentie onderzoek?
Bij een didactisch onderzoek wordt geen IQ vastgesteld (meting van de capaciteiten), maar wel het leerstofniveau waarop de leerling functioneert (vaardigheden om de capaciteiten aan te spreken). Sommige leerlingen kunnen namelijk, door bijvoorbeeld een gebrek aan uitdaging of onderliggende persoonskenmerken, veel lagere schoolresultaten behalen dan op basis van hun IQ verwacht kan worden. Ook zijn er hoogbegaafde kinderen die bijna alle leerstof binnen hun leerjaar al lijken te beheersen en waar men als school niet goed weet op welk didactisch niveau ingestapt moet worden met betrekking tot uitdagende lesstof.
Kosten didactisch onderzoek
De kosten voor een didactisch onderzoek bedragen €850,--. Mocht er behoefte zijn aan onze begeleiding naar aanleiding van het didactisch onderzoek , dan is dit uiteraard mogelijk. Voor een overzicht van onze begeleidingmogelijkheden wordt verwezen naar het tabblad ‘individuele begeleidingstrajecten en -mogelijkheden’.
Verloop didactisch onderzoek
Van eerste oriëntatie tot en met het adviesgesprek: 6 stappen
1. De eerste stap in het gehele onderzoeksproces is meestal een telefonische informatie-uitwisseling tussen één van de psychologen van PONTE en de ouders of de school (afhankelijk van wie het onderzoek aanvraagt). Soms is er eerst behoefte aan meer informatie en zenden wij via email een informatiepakket toe. Soms is het direct duidelijk dat een onderzoek wenselijk is en wordt meteen een datum voor het onderzoek gepland.
2. Als de school (met toestemming van de ouders) na het bestuderen van de schriftelijke informatie besluit tot het aanvragen van een onderzoek, wordt aan de ouders gevraagd het bijgevoegde intake-formulier in te vullen en te retourneren en aan de school gevraagd eventuele aanvullende informatie te verschaffen (bijvoorbeeld gegevens vanuit het leerlingsvolgsysteem). In het intake-formulier worden vragen gesteld over de lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, de gezinssituatie, de schoolloopbaan en andere bijzonderheden.
Wanneer dit vragenformulier ingevuld door PONTE retour is ontvangen, dan wordt dat als een definitieve aanvraag voor een onderzoek beschouwd.
3. Aan het begin van de onderzoeksdag zal het kind en zijn/haar ouders door de onderzoeker ontvangen. Vervolgens zal in de onderzoeksruimte een kort introductiegesprek met het kind en de ouders plaatsvinden. Dit om meer uitleg te geven over de onderzoeksdag en het kind de kans te geven om de omgeving in zich op te nemen en te ‘acclimatiseren’. Vervolgens zal het kind één-op-één met de onderzoeker aan de slag gaan.
4. Uiterlijk een dag voor het onderzoek heeft de psycholoog vastgesteld welke onderzoeksmiddelen worden ingezet t.b.v. de vraagstelling. Op basis van het intake-gesprek kan een en ander nog worden bijgesteld.
5. De ouders krijgen 14 dagen na het onderzoek een rapport thuisgestuurd. Wanneer ouders daarvoor (schriftelijk) toestemming verlenen, zal het rapport aan school worden aangeboden. In dit rapport staan:
6. Na afloop van het gehele onderzoeksproces krijgt de school de factuur. De psychologen van PONTE zijn geen GZ-psychologen en dus niet BIG-geregistreerd. Wel zijn zij allemaal NIP-geregistreerd en/of NVO-geregistreerd.
De onderzoeksdag
Het didactisch onderzoek bestaat uit diverse didactisch toetsen, overeenkomend met de leergebieden die ook op de basisschool aangeboden worden. Bij sommige onderdelen wordt de tijd opgenomen.
Tussen het onderzoek door worden er pauzes gehouden en kan er wat gegeten en gedronken worden. Wij vragen de ouders zelf iets te eten en te drinken voor het kind mee te nemen.
Een bijzondere voorbereiding op de dag is niet echt nodig. Kinderen ervaren de onderzoeksdag meestal als een leuke, stimulerende, maar intensieve dag. Ouders kunnen hun kind vertellen dat het allerlei werkjes gaat doen die op schoolwerkjes lijken. In beginsel is het wenselijk om zo open mogelijk te zijn tegenover het kind over de reden van het onderzoek.
Tot slot is het belangrijk dat het kind fit is voor het onderzoek. Wanneer het kind ziek is, kan de onderzoeksdag beter uitgesteld worden, hoewel daar in bepaalde gevallen wel extra kosten aan verbonden zijn.
1. De eerste stap in het gehele onderzoeksproces is meestal een telefonische informatie-uitwisseling tussen één van de psychologen van PONTE en de ouders of de school (afhankelijk van wie het onderzoek aanvraagt). Soms is er eerst behoefte aan meer informatie en zenden wij via email een informatiepakket toe. Soms is het direct duidelijk dat een onderzoek wenselijk is en wordt meteen een datum voor het onderzoek gepland.
2. Als de school (met toestemming van de ouders) na het bestuderen van de schriftelijke informatie besluit tot het aanvragen van een onderzoek, wordt aan de ouders gevraagd het bijgevoegde intake-formulier in te vullen en te retourneren en aan de school gevraagd eventuele aanvullende informatie te verschaffen (bijvoorbeeld gegevens vanuit het leerlingsvolgsysteem). In het intake-formulier worden vragen gesteld over de lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, de gezinssituatie, de schoolloopbaan en andere bijzonderheden.
Wanneer dit vragenformulier ingevuld door PONTE retour is ontvangen, dan wordt dat als een definitieve aanvraag voor een onderzoek beschouwd.
3. Aan het begin van de onderzoeksdag zal het kind en zijn/haar ouders door de onderzoeker ontvangen. Vervolgens zal in de onderzoeksruimte een kort introductiegesprek met het kind en de ouders plaatsvinden. Dit om meer uitleg te geven over de onderzoeksdag en het kind de kans te geven om de omgeving in zich op te nemen en te ‘acclimatiseren’. Vervolgens zal het kind één-op-één met de onderzoeker aan de slag gaan.
4. Uiterlijk een dag voor het onderzoek heeft de psycholoog vastgesteld welke onderzoeksmiddelen worden ingezet t.b.v. de vraagstelling. Op basis van het intake-gesprek kan een en ander nog worden bijgesteld.
5. De ouders krijgen 14 dagen na het onderzoek een rapport thuisgestuurd. Wanneer ouders daarvoor (schriftelijk) toestemming verlenen, zal het rapport aan school worden aangeboden. In dit rapport staan:
- de onderzoeksvraag;
- voorinformatie van de ouders of de school over het kind;
- de gehanteerde onderzoeksmiddelen;
- de onderzoeksresultaten, onderverdeeld in: algemene observaties, werkhouding, didactische toetsen.
- de beantwoording van de onderzoeksvraag;
- de advisering op didactisch gebied.
6. Na afloop van het gehele onderzoeksproces krijgt de school de factuur. De psychologen van PONTE zijn geen GZ-psychologen en dus niet BIG-geregistreerd. Wel zijn zij allemaal NIP-geregistreerd en/of NVO-geregistreerd.
De onderzoeksdag
Het didactisch onderzoek bestaat uit diverse didactisch toetsen, overeenkomend met de leergebieden die ook op de basisschool aangeboden worden. Bij sommige onderdelen wordt de tijd opgenomen.
Tussen het onderzoek door worden er pauzes gehouden en kan er wat gegeten en gedronken worden. Wij vragen de ouders zelf iets te eten en te drinken voor het kind mee te nemen.
Een bijzondere voorbereiding op de dag is niet echt nodig. Kinderen ervaren de onderzoeksdag meestal als een leuke, stimulerende, maar intensieve dag. Ouders kunnen hun kind vertellen dat het allerlei werkjes gaat doen die op schoolwerkjes lijken. In beginsel is het wenselijk om zo open mogelijk te zijn tegenover het kind over de reden van het onderzoek.
Tot slot is het belangrijk dat het kind fit is voor het onderzoek. Wanneer het kind ziek is, kan de onderzoeksdag beter uitgesteld worden, hoewel daar in bepaalde gevallen wel extra kosten aan verbonden zijn.
"De training gericht op lesgeven bestaat uit vier bijeenkomsten van twee uur."
Training ‘lesgeven aan hoogbegaafde leerlingen in het primair onderwijs’
Vanuit PONTE bieden wij een training gericht op het lesgeven aan hoogbegaafde leerlingen in het primair onderwijs. Deze training bestaat uit 4 bijeenkomsten (modules) van 2 uur en is gericht op zowel leerkrachten als intern begeleiders en directieleden die werkzaam zijn binnen het primair onderwijs. Het betreft een praktische training, waarin wij diverse (direct toepasbare) handvatten bieden voor de dagelijkse onderwijspraktijk, gestoeld op recente en relevante wetenschappelijke theorieën op het gebied van hoogbegaafdheid. Na afronden van deze training kunnen de cursisten een certificaat als bewijs van deelname ontvangen.
De training bestaat (globaal) uit de volgende modules:
De data voor de trainingsbijeenkomsten worden in overleg met de school ingepland en kunnen over een kortere of langere periode uitgespreid worden. De training kan op locatie of eventueel in de trainingsruimte van PONTE gegeven worden. In overleg met de school kan de inhoud van de training en/of de specifieke modules aangepast worden aan de specifieke leervragen en het instapniveau van de deelnemers. De training wordt gegeven door één van onze psychologen/orthopedagogen, met ervaring in het onderwijsveld. Wanneer u meer informatie wil over deze training of de kosten die hieraan verbonden zijn, kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
De training 'lesgeven aan hoogbegaafde leerlingen in het primair onderwijs' is gevalideerd door de registercommissie en is met 9 RU (registeruren) opgenomen in registerleraar.nl.
De training bestaat (globaal) uit de volgende modules:
- Module 1: Definiëren van hoogbegaafdheid
- Module 2: Signaleren van hoogbegaafde kinderen
- Module 3: Compacten en verrijken van het leerstofprogramma
- Module 4: Begeleiding (in en buiten de klas
De data voor de trainingsbijeenkomsten worden in overleg met de school ingepland en kunnen over een kortere of langere periode uitgespreid worden. De training kan op locatie of eventueel in de trainingsruimte van PONTE gegeven worden. In overleg met de school kan de inhoud van de training en/of de specifieke modules aangepast worden aan de specifieke leervragen en het instapniveau van de deelnemers. De training wordt gegeven door één van onze psychologen/orthopedagogen, met ervaring in het onderwijsveld. Wanneer u meer informatie wil over deze training of de kosten die hieraan verbonden zijn, kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
De training 'lesgeven aan hoogbegaafde leerlingen in het primair onderwijs' is gevalideerd door de registercommissie en is met 9 RU (registeruren) opgenomen in registerleraar.nl.
Studiedag, studieochtend of -middag
Wij kunnen vanuit PONTE op uw school een studiedag (gehele dag of dagdeel) over hoogbegaafdheid verzorgen, inhoudelijk afgestemd op de specifieke leerbehoeften en het instapniveau van uw schoolteam. Ook kunnen wij de inhoud van de studiedag afstemmen op een specifieke doelgroep, bijvoorbeeld leerkrachten van groep 3 tot en met 8, of leerkrachten van groep 1 en 2. Wij kunnen zorg dragen voor een afwisselend programma van zowel theorie als praktijk, waar u als school direct mee aan de slag kunt.
Over het algemeen merken wij dat een (eerste) studieochtend- of middag op scholen inhoudelijk veelal gericht is op het definiëren van hoogbegaafdheid (en de misvattingen en vooroordelen herkennen), (een inleiding op) het signaleren en inspelen op de speciale onderwijsbehoeften en mindset van hoogbegaafde leerlingen en/of (een inleiding op) het opstellen van een afgestemd leerstofprogramma, middels zorgvuldig compacten en verrijken.
De studiedagen worden verzorgd door één van onze psychologen/orthopedagogen, met ervaring in het onderwijsveld. Dit kan op locatie of eventueel in de trainingsruimte van PONTE gegeven worden. Wanneer u meer informatie wil over studiedagen/studiedagdelen of de kosten die hieraan verbonden zijn, kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Over het algemeen merken wij dat een (eerste) studieochtend- of middag op scholen inhoudelijk veelal gericht is op het definiëren van hoogbegaafdheid (en de misvattingen en vooroordelen herkennen), (een inleiding op) het signaleren en inspelen op de speciale onderwijsbehoeften en mindset van hoogbegaafde leerlingen en/of (een inleiding op) het opstellen van een afgestemd leerstofprogramma, middels zorgvuldig compacten en verrijken.
De studiedagen worden verzorgd door één van onze psychologen/orthopedagogen, met ervaring in het onderwijsveld. Dit kan op locatie of eventueel in de trainingsruimte van PONTE gegeven worden. Wanneer u meer informatie wil over studiedagen/studiedagdelen of de kosten die hieraan verbonden zijn, kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Aanvullende modules training na studieochtend of -middag
In de praktijk merken wij vaak dat er, nadat wij vanuit PONTE een studiedag hebben verzorgd, bij (een aantal) deelnemers behoefte is om zich verder te verdiepen in het onderwijs/lesgeven van hoogbegaafde leerlingen. Wij bieden daarom de mogelijkheid om, na de betreffende studiedag, vervolgmodules van onze training ‘lesgeven aan hoogbegaafde leerlingen in het primair onderwijs’ te volgen. Dit betreft de volgende vervolgmodules:
De inhoud van module 1 van onze training is (veelal) inhoudelijk al teruggekomen tijdens de studiedag die dan al heeft plaatsgevonden op de school. Na afronden van de gehele training kunnen de cursisten een certificaat als bewijs van deelname ontvangen.
De data voor de vervolgmodules worden in overleg met de school ingepland en kunnen over een kortere of langere periode uitgespreid worden. De vervolgmodules kunnen op locatie of eventueel in de trainingsruimte van PONTE aangeboden worden. In overleg met de school kan de inhoud van de specifieke modules aangepast worden aan het de specifieke leervragen en het instapniveau van de deelnemers. De vervolgmodules worden gegeven door één van onze psychologen/orthopedagogen, met ervaring in het onderwijsveld. Wanneer u hier meer informatie over wil of meer wil weten over de kosten die hieraan verbonden zijn, kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
- Module 2: Onderwijsbehoeften van hoogbegaafde kinderen
- Module 3: Compacten en verrijken van het leerstofprogramma
- Module 4: (Verrijkende) onderwijsactiviteiten creëren
De inhoud van module 1 van onze training is (veelal) inhoudelijk al teruggekomen tijdens de studiedag die dan al heeft plaatsgevonden op de school. Na afronden van de gehele training kunnen de cursisten een certificaat als bewijs van deelname ontvangen.
De data voor de vervolgmodules worden in overleg met de school ingepland en kunnen over een kortere of langere periode uitgespreid worden. De vervolgmodules kunnen op locatie of eventueel in de trainingsruimte van PONTE aangeboden worden. In overleg met de school kan de inhoud van de specifieke modules aangepast worden aan het de specifieke leervragen en het instapniveau van de deelnemers. De vervolgmodules worden gegeven door één van onze psychologen/orthopedagogen, met ervaring in het onderwijsveld. Wanneer u hier meer informatie over wil of meer wil weten over de kosten die hieraan verbonden zijn, kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Losse modules van training ‘lesgeven aan hoogbegaafde leerlingen in het primair onderwijs’
Naast het volgen van de volledige training ‘lesgeven aan hoogbegaafde leerlingen in het primair onderwijs’ of deelname aan studiedagen bieden wij vanuit PONTE tevens de mogelijkheid aan leerkrachten, intern begeleiders of directieleden om specifieke modules (naar keuze) van onze training te volgen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als u/uw schoolteam wenst zich in een specifiek onderwerp met betrekking tot hoogbegaafdheid verder te willen verdiepen. U kunt dan een keuze maken uit onderstaande modules of wij kunnen in samenspraak met de school een ‘module op maat’ voor u opstellen, zodat wij u/uw schoolteam een verdieping kunnen bieden in de theorie en praktijk van een specifiek onderwerp met betrekking tot hoogbegaafdheid.
De data voor het volgen van de cursusmodule(s) worden in overleg met de school ingepland en kunnen over een kortere of langere periode uitgespreid worden. De module(s) kan/kunnen op locatie of eventueel in de trainingsruimte van PONTE aangeboden worden. De cursusmodule(s) wordt/worden gegeven door één van onze psychologen/orthopedagogen, met ervaring in het onderwijsveld. Wanneer u hier meer informatie over wil of meer wil weten over de kosten die hieraan verbonden zijn, kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
- Module: Definiëren van hoogbegaafdheid
- Module: Onderwijsbehoeften van hoogbegaafde kinderen
- Module: Compacten en verrijken van het leerstofprogramma
- Module: (Verrijkende) onderwijsactiviteiten creëren
De data voor het volgen van de cursusmodule(s) worden in overleg met de school ingepland en kunnen over een kortere of langere periode uitgespreid worden. De module(s) kan/kunnen op locatie of eventueel in de trainingsruimte van PONTE aangeboden worden. De cursusmodule(s) wordt/worden gegeven door één van onze psychologen/orthopedagogen, met ervaring in het onderwijsveld. Wanneer u hier meer informatie over wil of meer wil weten over de kosten die hieraan verbonden zijn, kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Workshop of college
Vanuit PONTE kunnen wij op uw school/binnen uw onderwijsinstelling workshops of colleges verzorgen over hoogbegaafdheid. Dit kunnen workshops voor bijvoorbeeld leerlingen, ouders of leerkrachten/intern begeleiders/directies zijn. Ook kunnen wij colleges verzorgen op diverse onderwijsinstellingen (bijvoorbeeld scholen voor voortgezet onderwijs, MBO’s, HBO’s en universiteiten), voor leerlingen/studenten en/of docenten, binnen een opleidingscyclus of als ‘gastcollege’. Uiteraard zullen wij de inhoud van onze workshops/colleges met u in overleg afstemmen op de doelgroep, de specifieke leervragen en het instapniveau van de deelnemers. Wij kunnen zorg dragen voor een afwisselend programma van theorie en praktijk. De workshops/colleges worden verzorgd door één van onze psychologen/orthopedagogen, met ervaring in het onderwijsveld. Wanneer u hier meer informatie over wil of meer wil weten over de kosten die hieraan verbonden zijn, kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
"Psycho-educatie gaat onder meer over het leren omgaan met hoogbegaafdheid."
Psycho-educatie
Vanuit PONTE bieden wij voor leerlingen uit zowel het primair onderwijs als voortgezet en hoger onderwijs de mogelijkheid om een traject te volgen waarin zij psycho-educatie aangeboden zullen krijgen over hun hoogbegaafdheid. Deze psycho-educatie heeft als doel de leerling te leren omgaan met het feit dat het ‘anders’ is dan de meeste mensen om zich heen, het herkennen en erkennen van de hoogbegaafdheid, door het verwerven van kennis over hoogbegaafdheid, verwerven van specifieke vaardigheden om hier mee om te gaan, het vergroten van het zelfvertrouwen en de psychologische verwerking van dit alles. Wij zullen in overleg met de school, de leerling en zijn/haar ouders bespreken hoe dit traject, wat zal bestaan uit een reeks één-op-één gesprekken/bijeenkomsten (van ongeveer een uur per keer), eruit zal zien: wat de inhoud van deze bijeenkomsten zal zijn en hoe lang dit traject zal duren.
Een dergelijk traject kan zich bijvoorbeeld primair richten op wat hoogbegaafdheid inhoud, het herkennen en erkennen hiervan. Ook kan dit gecombineerd worden met de leerling meer inzicht te geven in hoe hij/zij denkt, bijvoorbeeld in de vorm van het leren kennen van de mindset en het meer inzicht geven in zijn/haar gedachten en de invloed daarvan op het gevoel en gedrag. Begeleiding op het gebied van de mindset is gestoeld op de wetenschappelijke theorie van Dweck, waarin gesteld wordt dat het, om tot leren en ontwikkelen te kunnen komen, belangrijk is om een ‘op groei gerichte mindset’ (manier van denken) te ontwikkelen in plaats van een meer ‘vaste mindset’. Veel hoogbegaafde leerlingen hebben een vaste mindset, wat inhoudt dat zij intelligentie (onbewust) als iets zien wat vaststaat (zij ontlenen hun identiteit hieraan), waardoor zij geneigd zullen zijn échte uitdagingen te vermijden om faalervaringen te voorkomen. Om tot leren en tot ontwikkelen te kunnen komen, is het voor hoogbegaafde leerlingen belangrijk om een meer op groei gerichte mindset te ontwikkelen, wat inhoudt dat zij ervaren en beseffen dat, om je te kunnen ontwikkelen, moeite doen en fouten maken ‘erbij hoort’.
De psycho-educatie zal door één van onze psychologen/orthopedagogen gegeven worden en zal in overleg met school, leerling en ouders ingepland worden. Dit kan op locatie bij PONTE te Capelle aan den IJssel. Wanneer u hier meer informatie over wil, kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Een dergelijk traject kan zich bijvoorbeeld primair richten op wat hoogbegaafdheid inhoud, het herkennen en erkennen hiervan. Ook kan dit gecombineerd worden met de leerling meer inzicht te geven in hoe hij/zij denkt, bijvoorbeeld in de vorm van het leren kennen van de mindset en het meer inzicht geven in zijn/haar gedachten en de invloed daarvan op het gevoel en gedrag. Begeleiding op het gebied van de mindset is gestoeld op de wetenschappelijke theorie van Dweck, waarin gesteld wordt dat het, om tot leren en ontwikkelen te kunnen komen, belangrijk is om een ‘op groei gerichte mindset’ (manier van denken) te ontwikkelen in plaats van een meer ‘vaste mindset’. Veel hoogbegaafde leerlingen hebben een vaste mindset, wat inhoudt dat zij intelligentie (onbewust) als iets zien wat vaststaat (zij ontlenen hun identiteit hieraan), waardoor zij geneigd zullen zijn échte uitdagingen te vermijden om faalervaringen te voorkomen. Om tot leren en tot ontwikkelen te kunnen komen, is het voor hoogbegaafde leerlingen belangrijk om een meer op groei gerichte mindset te ontwikkelen, wat inhoudt dat zij ervaren en beseffen dat, om je te kunnen ontwikkelen, moeite doen en fouten maken ‘erbij hoort’.
De psycho-educatie zal door één van onze psychologen/orthopedagogen gegeven worden en zal in overleg met school, leerling en ouders ingepland worden. Dit kan op locatie bij PONTE te Capelle aan den IJssel. Wanneer u hier meer informatie over wil, kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Begeleiding leerling binnen de groep
Wij kunnen vanuit PONTE een individueel begeleidingstraject binnen de groep aanbieden voor uw hoogbegaafde leerling(en). Dit houdt uit dat, vaak gefinancierd vanuit een individueel arrangement/budget vanuit het samenwerkingsverband, één van onze psychologen/orthopedagogen, met de leerling aan de slag gaat in zijn/haar eigen groep. Dit kan bijvoorbeeld een uur begeleiding per week gedurende het schooljaar betreffen (afhankelijk van de toegekende begeleidingsuren vanuit het arrangement/budget). In deze begeleidingsmomenten kunnen wij de leerling helpen bij het plannen en uitvoeren van de taken die hij/zij in de klas aangeboden krijgt, bijvoorbeeld door met de leerling samen zijn/haar weektaak/taakkaart te bekijken en hem/haar te begeleiden in de planmatige aanpak (overzicht houden, structureren, plannen, (deels zelfstandig) uitvoeren van taken, kritisch kijken naar eigen werk etc.). Dit betreft een zeer praktische vorm van begeleiding, gericht op begeleiding/ondersteuning bij het door de leerkracht aangeboden leerstofprogramma. De inhoud van deze begeleiding zal, uiteraard, in samenspraak met de leerkracht (en intern begeleider) vormgegeven worden.
Mocht u hier meer informatie over willen verkrijgen dan kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Mocht u hier meer informatie over willen verkrijgen dan kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Begeleiding leerling buiten de groep
Vanuit PONTE kunnen wij tevens een individueel begeleidingstraject buiten de groep aanbieden voor uw hoogbegaafde leerling(en). Dit houdt in dat, vaak gefinancierd vanuit een individueel arrangement/budget vanuit het samenwerkingsverband, één van onze psychologen/orthopedagogen, buiten de klas met de leerling(en) (één-op-één of in een groepje van maximaal 3 à 4 kinderen) aan de slag gaat. Dit betreft veelal het begeleiden in het aangaan van uitdagingen, door met de leerling(en) met verrijkingsmaterialen aan de slag te gaan (aangeschaft door de school, vaak te financieren vanuit individuele arrangementen/budgets). Dit kan bijvoorbeeld een uur begeleiding per week gedurende het schooljaar betreffen (afhankelijk van de toegekende begeleidingsuren vanuit het arrangement/budget). In deze begeleiding zal wat betreft de sociaal-emotionele kant onder andere aandacht besteed worden aan de (faalangstige) gevoelens die hoogbegaafde leerlingen kunnen ervaren bij het aangaan van (echte) uitdagingen en het verleggen van hun grenzen. Ook zal er aandacht besteed worden aan het trainen van executieve functies en metacognitieve vaardigheden (planmatig werken, agendagebruik, kritische werkhouding en motivatie). Ook dit heeft een sociaal-emotioneel aspect in zich, namelijk voor zichzelf reële doelen stellen (de lat niet voor zichzelf niet te hoog en niet te laag leggen) en eigen verantwoordelijk dragen over het leerproces.
Mindset training
De begeleiding buiten de groep kan ook (deels) door ons ingevuld worden door de leerling(en) meer inzicht te geven in hoe hij/zij denkt, bijvoorbeeld in de vorm van het leren kennen van de mindset, het aanleren van ‘helpende gedachten’ en het meer inzicht geven in zijn/haar gedachten en de invloed daarvan op het gevoel en gedrag. Begeleiding op het gebied van de mindset is gestoeld op de wetenschappelijke theorie van Dweck, waarin gesteld wordt dat het, om tot leren en ontwikkelen te kunnen komen, belangrijk is om een ‘op groei gerichte mindset’ (manier van denken) te ontwikkelen in plaats van een meer ‘vaste mindset’. Veel hoogbegaafde leerlingen hebben een vaste mindset, wat inhoudt dat zij intelligentie (onbewust) als iets zien wat vaststaat (zij ontlenen hun identiteit hieraan), waardoor zij geneigd zullen zijn échte uitdagingen te vermijden om faalervaringen te voorkomen. Om tot leren en tot ontwikkelen te kunnen komen, is het voor hoogbegaafde leerlingen belangrijk om een meer op groei gerichte mindset te ontwikkelen, wat inhoudt dat zij ervaren en beseffen dat, om je te kunnen ontwikkelen, moeite doen en fouten maken ‘erbij hoort’.
Automatiseren
Tevens kunnen de begeleidingsmomenten buiten de groep deels door ons ingevuld worden met het trainen van de automatiseringsvaardigheden (op reken- en/of spellingsgebied) van de hoogbegaafde leerling(en). Dit vergt namelijk veelal een andere aanpak dan hoe automatiseringsvaardigheden bij ‘gemiddelde’ leerlingen getraind worden. Automatiseren van (voor hen minder betekenisvolle) kennis is in de basis niet uitdagend voor hoogbegaafde leerlingen. In de praktijk zien we vaak dat hoogbegaafde leerlingen (deels onbewust) andere strategieën aanwenden om niet aangesproken te hoeven worden op automatiseringsvaardigheden. Echter, het automatiseren van kennis is van belang voor het kunnen opvoeren van het werktempo en de nauwkeurigheid van werken. Het is daarom belangrijk dat hoogbegaafde leerlingen oefenen met het automatiseren van dergelijke kennis. Hoewel het bij de ‘gemiddelde’ leerlingen helpt om bijvoorbeeld extra veel sommen of opgaven te maken van een onderdeel wat niet goed beheerst wordt, heeft dit bij een hoogbegaafde leerling een averechts effect: hierdoor ontstaan juist negatieve gevoelens ten opzichte van de lesstof waardoor de leerling vastloopt. Het trainen van het automatiseren zal daarom nooit meer dan 15 minuten van een begeleidingsmoment omvatten.
De inhoud van de begeleiding zal, uiteraard, in samenspraak met de leerkracht (en intern begeleider) vormgegeven worden. Mocht u hier meer informatie over willen verkrijgen dan kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Mindset training
De begeleiding buiten de groep kan ook (deels) door ons ingevuld worden door de leerling(en) meer inzicht te geven in hoe hij/zij denkt, bijvoorbeeld in de vorm van het leren kennen van de mindset, het aanleren van ‘helpende gedachten’ en het meer inzicht geven in zijn/haar gedachten en de invloed daarvan op het gevoel en gedrag. Begeleiding op het gebied van de mindset is gestoeld op de wetenschappelijke theorie van Dweck, waarin gesteld wordt dat het, om tot leren en ontwikkelen te kunnen komen, belangrijk is om een ‘op groei gerichte mindset’ (manier van denken) te ontwikkelen in plaats van een meer ‘vaste mindset’. Veel hoogbegaafde leerlingen hebben een vaste mindset, wat inhoudt dat zij intelligentie (onbewust) als iets zien wat vaststaat (zij ontlenen hun identiteit hieraan), waardoor zij geneigd zullen zijn échte uitdagingen te vermijden om faalervaringen te voorkomen. Om tot leren en tot ontwikkelen te kunnen komen, is het voor hoogbegaafde leerlingen belangrijk om een meer op groei gerichte mindset te ontwikkelen, wat inhoudt dat zij ervaren en beseffen dat, om je te kunnen ontwikkelen, moeite doen en fouten maken ‘erbij hoort’.
Automatiseren
Tevens kunnen de begeleidingsmomenten buiten de groep deels door ons ingevuld worden met het trainen van de automatiseringsvaardigheden (op reken- en/of spellingsgebied) van de hoogbegaafde leerling(en). Dit vergt namelijk veelal een andere aanpak dan hoe automatiseringsvaardigheden bij ‘gemiddelde’ leerlingen getraind worden. Automatiseren van (voor hen minder betekenisvolle) kennis is in de basis niet uitdagend voor hoogbegaafde leerlingen. In de praktijk zien we vaak dat hoogbegaafde leerlingen (deels onbewust) andere strategieën aanwenden om niet aangesproken te hoeven worden op automatiseringsvaardigheden. Echter, het automatiseren van kennis is van belang voor het kunnen opvoeren van het werktempo en de nauwkeurigheid van werken. Het is daarom belangrijk dat hoogbegaafde leerlingen oefenen met het automatiseren van dergelijke kennis. Hoewel het bij de ‘gemiddelde’ leerlingen helpt om bijvoorbeeld extra veel sommen of opgaven te maken van een onderdeel wat niet goed beheerst wordt, heeft dit bij een hoogbegaafde leerling een averechts effect: hierdoor ontstaan juist negatieve gevoelens ten opzichte van de lesstof waardoor de leerling vastloopt. Het trainen van het automatiseren zal daarom nooit meer dan 15 minuten van een begeleidingsmoment omvatten.
De inhoud van de begeleiding zal, uiteraard, in samenspraak met de leerkracht (en intern begeleider) vormgegeven worden. Mocht u hier meer informatie over willen verkrijgen dan kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Observatie in de klas
Tevens bieden wij vanuit PONTE de mogelijkheid om uw hoogbegaafde leerling(en) in de klas te komen observeren, om zo een beeld te kunnen vormen van de leeromgeving van de leerling en bijvoorbeeld zijn/haar sociaal-emotionele gedrag in de klas en omgang met andere kinderen. In overleg met de leerkracht zullen wij de momenten en locatie voor de observatie vaststellen. Zo kan de leerkracht bijvoorbeeld een aantal lessituaties, spelsituaties of ‘vrijere’ momenten aangeven waar hij/zij graag een duidelijker beeld van de leerling(en) zou willen verkrijgen. Na de observatie zullen wij op collegiale manier de observatie nabespreken met de betreffende leerkracht (en eventueel intern begeleider) en zullen we naar behoefte van de leerkracht handvatten en tips geven. Ook zullen wij van zowel de observatie als de nabespreking op papier (korte) notulen maken. In de praktijk merken wij dat, zeker bij jonge kinderen, een dergelijke observatie van grote toegevoegde waarde kan zijn.
De observatie en nabespreking zal uitgevoerd worden door één van onze psychologen/orthopedagogen, met ervaring in het onderwijsveld. Mocht u hier meer informatie over willen verkrijgen dan kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
De observatie en nabespreking zal uitgevoerd worden door één van onze psychologen/orthopedagogen, met ervaring in het onderwijsveld. Mocht u hier meer informatie over willen verkrijgen dan kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Deelname aan ‘groot overleg’/School Overleg Team (SOT)
Wanneer er zorgen bestaan over de ontwikkeling van een hoogbegaafde leerling kan een school, gefinancierd vanuit de basisondersteuning, een ‘groot overleg’/School Overleg Team (SOT) plannen, waarin de school (leerkracht, intern begeleider en eventueel directie), ouders van de leerling, een expert op het gebied van hoogbegaafdheid en (binnen sommige samenwerkingsverbanden) een contactpersoon van het samenwerkingsverband deelnemen, om zo te kijken op welke manier de betreffende leerling optimaal begeleid kan worden en kan een plan opgesteld worden om een individueel arrangement/budget voor de leerling aan te vragen bij het overkoepelende samenwerkingsverband (regionaal georganiseerd). Dit zodat er binnen de school, door intern of extern personeel, meer specifieke begeleiding (individueel of in een klein groepje) geboden kan worden, specifieke materialen aangeschaft kunnen worden en eventuele (na)scholing van de leerkrachten/intern begeleider/directie op het gebied van hoogbegaafdheid mogelijk wordt. Ook als het individuele arrangement/budget is toegekend, vindt (afhankelijk van de procedures van het betreffende samenwerkingsverband) periodiek zo’n ‘groot overleg’/SOT plaats om de vorderingen te evalueren.
Let wel: de verschillende samenwerkingsverbanden verschillen in hun procedures wat betreft de aanvraag, toekenning en invulling van arrangementen/budgets op het gebied van hoogbegaafdheid.
Vanuit PONTE kunnen wij, als experts op het gebied van hoogbegaafdheid, aan de ‘groot overleggen’/SOT’s deelnemen voor (mogelijk) hoogbegaafde leerlingen/leerlingen met een (mogelijke) ontwikkelingsvoorsprong op uw school. In deze overleggen behartigen wij in principe de belangen van alle partijen die in het belang van de betreffende leerling handelen en proberen wij de school (en ouders) direct van praktische handvatten en adviezen te voorzien. Tevens kunnen wij ondersteunen in het opstellen van het plan van aanpak en de aanvraag van een eventueel individueel arrangement/budget vanuit het samenwerkingsverband.
Mocht u hier meer informatie over willen verkrijgen dan kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Let wel: de verschillende samenwerkingsverbanden verschillen in hun procedures wat betreft de aanvraag, toekenning en invulling van arrangementen/budgets op het gebied van hoogbegaafdheid.
Vanuit PONTE kunnen wij, als experts op het gebied van hoogbegaafdheid, aan de ‘groot overleggen’/SOT’s deelnemen voor (mogelijk) hoogbegaafde leerlingen/leerlingen met een (mogelijke) ontwikkelingsvoorsprong op uw school. In deze overleggen behartigen wij in principe de belangen van alle partijen die in het belang van de betreffende leerling handelen en proberen wij de school (en ouders) direct van praktische handvatten en adviezen te voorzien. Tevens kunnen wij ondersteunen in het opstellen van het plan van aanpak en de aanvraag van een eventueel individueel arrangement/budget vanuit het samenwerkingsverband.
Mocht u hier meer informatie over willen verkrijgen dan kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Begeleiding leerkracht/intern begeleider/directie
Binnen uw school kunnen wij vanuit PONTE verschillende vormen van specifieke (praktische) begeleiding van teamleden bieden op het gebied van hoogbegaafdheid. Zo kunnen wij leerkrachten (één-op-één of groepsgewijs) trainen/coachen in specifieke leerkrachtvaardigheden en kunnen wij intern begeleiders en directies ondersteunen bij het opstellen en uitvoeren van een schoolbreed beleid op het gebied van hoogbegaafdheid.
Mocht u hier meer informatie over willen verkrijgen dan kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
Mocht u hier meer informatie over willen verkrijgen dan kunt u (via het contactformulier of telefonisch) contact met ons opnemen.
"De PONTE Plusklas is een plek waar het kind even helemaal zichzelf kan zijn."
Doelstelling van de Plusklas
De Plusklas is een plek waar het kind even helemaal zichzelf kan zijn, zich niet hoeft aan te passen of in te houden, omdat anderen hem anders ‘raar’ of een ‘wijsneus’ vinden. Het is een plek waar het kind zich gezien en geaccepteerd moet voelen. Het ontdekt dat er ook andere kinderen zijn die hetzelfde in elkaar zitten, er is herkenning. De werkhouding verbetert doordat het kind hier ervaart dat er ook dingen zijn die het niet in één keer perfect kan, maar waar het zich echt voor moet inspannen. Als gevolg hiervan nemen de motivatie, het zelfvertrouwen en het plezier toe: het kind komt beter in zijn vel te zitten.
Binnen het Nederlandse onderwijs zijn er ongeveer 48.000 kinderen die hoogbegaafd zijn. Een hoogbegaafd kind is gewoon een kind als alle andere, maar in bepaalde opzichten is het juist anders: het is een kind met bijzondere capaciteiten bijvoorbeeld op het gebied van intelligentie, sport, muziek en/of kunstzinnigheid. Het is een zeer creatief ingesteld kind, dat originele oplossingen voor problemen vindt. En het is ook een kind met een haast grenzeloze nieuwsgierigheid en een sterke gedrevenheid om taken tot een goed einde te brengen. Een hoogbegaafd kind heeft specifieke behoeften, zowel intellectueel als in sociaal-emotioneel opzicht.
Jarenlang is de ontwikkelingsbehoefte van hoogbegaafde kinderen binnen het onderwijs niet voldoende onderkend en nog steeds krijgen veel hoogbegaafden niet de aandacht die ze nodig hebben. Dit kan in veel situaties leiden tot problemen als: onderpresteren, aanpassen, onzeker of faalangstig worden, de clown uithangen, zich terugtrekken of juist overschreeuwen, onrustig worden, uitdagend gedrag vertonen, etc. Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor dit onderwerp. Uit recent onderzoek van het instituut GION van de Rijksuniversiteit Groningen naar het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs blijkt dat 1/3 van de basisscholen een voorziening heeft voor het hoogbegaafde kind. Goed nieuws dus, maar nog geen reden om rustig achterover te gaan zitten.
Omdat het veel energie, tijd en inventiviteit vergt en het ook niet altijd even makkelijk is om aan de behoeften van hoogbegaafde kinderen binnen de dagelijkse school- en gezinssituatie tegemoet te komen, zijn er buiten de reguliere scholen om steeds meer initiatieven ondernomen om het hoogbegaafde kind uit te dagen. De Plusklas van PONTE is daar een voorbeeld van en gaat alweer zijn 7e jaar in.
De doelstelling van de Plusklas is tegemoet komen aan de specifieke behoeften van hoogbegaafde kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar, zowel op intellectueel als op sociaal-emotioneel en creatief gebied, door:
Uit ervaring en uit onderzoek blijkt dat het deelnemen aan de Plusklas vaak een zeer gunstig effect heeft op het welbevinden en de harmonieuze ontwikkeling van een hoogbegaafd kind. De intentie bij alles wat in de Plusklas wordt aangeboden is om een extra verrijking te bieden, aanvullend op wat het kind op school doet: de Plusklas moet dus zeker niet gezien worden als een vervanger voor school!
Binnen het Nederlandse onderwijs zijn er ongeveer 48.000 kinderen die hoogbegaafd zijn. Een hoogbegaafd kind is gewoon een kind als alle andere, maar in bepaalde opzichten is het juist anders: het is een kind met bijzondere capaciteiten bijvoorbeeld op het gebied van intelligentie, sport, muziek en/of kunstzinnigheid. Het is een zeer creatief ingesteld kind, dat originele oplossingen voor problemen vindt. En het is ook een kind met een haast grenzeloze nieuwsgierigheid en een sterke gedrevenheid om taken tot een goed einde te brengen. Een hoogbegaafd kind heeft specifieke behoeften, zowel intellectueel als in sociaal-emotioneel opzicht.
Jarenlang is de ontwikkelingsbehoefte van hoogbegaafde kinderen binnen het onderwijs niet voldoende onderkend en nog steeds krijgen veel hoogbegaafden niet de aandacht die ze nodig hebben. Dit kan in veel situaties leiden tot problemen als: onderpresteren, aanpassen, onzeker of faalangstig worden, de clown uithangen, zich terugtrekken of juist overschreeuwen, onrustig worden, uitdagend gedrag vertonen, etc. Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor dit onderwerp. Uit recent onderzoek van het instituut GION van de Rijksuniversiteit Groningen naar het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs blijkt dat 1/3 van de basisscholen een voorziening heeft voor het hoogbegaafde kind. Goed nieuws dus, maar nog geen reden om rustig achterover te gaan zitten.
Omdat het veel energie, tijd en inventiviteit vergt en het ook niet altijd even makkelijk is om aan de behoeften van hoogbegaafde kinderen binnen de dagelijkse school- en gezinssituatie tegemoet te komen, zijn er buiten de reguliere scholen om steeds meer initiatieven ondernomen om het hoogbegaafde kind uit te dagen. De Plusklas van PONTE is daar een voorbeeld van en gaat alweer zijn 7e jaar in.
De doelstelling van de Plusklas is tegemoet komen aan de specifieke behoeften van hoogbegaafde kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar, zowel op intellectueel als op sociaal-emotioneel en creatief gebied, door:
- ieder kind een intellectuele stimulans en uitdaging op eigen niveau te bieden; (cognitief aspect);
- alle kinderen de gelegenheid te bieden met gelijkgestemde leeftijdsgenoten in contact te komen en daarmee te kunnen optrekken (sociaal aspect);
- de emotionele ontwikkeling doelgericht te stimuleren en (binnen de mogelijkheden) eventuele blokkades op te heffen (emotioneel aspect);
- te stimuleren dat de creatieve capaciteiten zich zo optimaal mogelijk kunnen ontplooien (creativiteitsaspect).
Uit ervaring en uit onderzoek blijkt dat het deelnemen aan de Plusklas vaak een zeer gunstig effect heeft op het welbevinden en de harmonieuze ontwikkeling van een hoogbegaafd kind. De intentie bij alles wat in de Plusklas wordt aangeboden is om een extra verrijking te bieden, aanvullend op wat het kind op school doet: de Plusklas moet dus zeker niet gezien worden als een vervanger voor school!
Deelname aan de Plusklas
Om deel te kunnen nemen aan de Plusklas is het een voorwaarde dat een kind een zeer begaafde score heeft op de IQ-test. Dit gegeven dient vastgesteld te zijn door middel van een psychologisch of orthopedagogisch onderzoek. Dit betekent in onze optiek tevens, dat een kind in beginsel beschikt over:
Hoewel niet alle drie de kenmerken altijd even duidelijk aanwezig zullen zijn, bv. als gevolg van langdurig onderpresteren of het zich langdurig hebben moeten aanpassen, moet de verwachting wel duidelijk aanwezig zijn, dat het kind er in beginsel de beschikking over heeft.
Wanneer een kind gaat meedoen aan de Plusklas wordt in principe een commitment aangegaan voor het gehele schooljaar, of bij tussentijdse instroom, voor de rest van het schooljaar.
- een bovengemiddelde mate van creativiteit op een bepaald terrein (zie de theorie van Gardner);
- een grote “drive”, ofwel een onophoudelijke mate van energie en vasthoudendheid, waarmee het kind zich op bepaalde zaken stort.
Hoewel niet alle drie de kenmerken altijd even duidelijk aanwezig zullen zijn, bv. als gevolg van langdurig onderpresteren of het zich langdurig hebben moeten aanpassen, moet de verwachting wel duidelijk aanwezig zijn, dat het kind er in beginsel de beschikking over heeft.
Wanneer een kind gaat meedoen aan de Plusklas wordt in principe een commitment aangegaan voor het gehele schooljaar, of bij tussentijdse instroom, voor de rest van het schooljaar.
Programma van de Plusklas
In beginsel bestaat iedere Plusklas-bijeenkomst uit een drietal hoofdactiviteiten:
Voorbeelden van thema’s waar de kinderen aan werken zijn:
- Het sociaal emotionele aspect speelt een belangrijke rol tijdens de activiteiten van de Plusklas. Emoties waar kinderen mee te maken (kunnen) krijgen worden benoemd, herkend, uitgebeeld en mogelijke reacties en gevolgen worden besproken. Hierdoor wordt het proces van herkenning om wie zij zijn bevorderd. Het hoogbegaafde kind is anders dan het gemiddelde kind waardoor o.a. onzekerheid meer de ruimte krijgt om zich te manifesteren. Dit alles kan een remmende invloed hebben op het ontwikkelen van de eigen individualiteit. Juist daarom is het zo fijn dat zij een dagdeel per week ontwikkelingsgelijken kunnen ontmoeten in de Plusklas. Dat versterkt hun zelfbeeld, nodigt uit tot vriendschap en maakt dat zij zich (h)erkend voelen en zich met anderen kunnen meten.
- Daarnaast is er aandacht voor creativiteit/expressie, onder andere door middel van tekenen, schilderen, muziek, knutselen en toneel/drama. Immers, creativiteit is heel belangrijk bij hoogbegaafde kinderen. Ook wordt de fysieke/motorische ontwikkeling gestimuleerd door bijvoorbeeld dansen en lichaamsoefeningen. Dit vormt vooral een belangrijk onderdeel voor kinderen die een verbaal-performaal kloof hebben (en veelal een minder sterke motorische ontwikkeling hebben). In een veilige omgeving wordt hen geleerd om tegen hun grenzen aan te lopen en uiteindelijk zelfs om hun eigen grenzen te verleggen!
- En natuurlijk is er ruim de tijd om individueel of in groepsverband aan uitdagende projecten te werken, waarbij aangesloten wordt bij de motivatie en interesses van de kinderen zelf.
Voorbeelden van thema’s waar de kinderen aan werken zijn:
- het heelal/de planeten
- poëzie, mythen en sagen
- filosofie
- het functioneren van het menselijk lichaam
- de klimaatverandering
- schilderkunst
- Romeinen, Grieken, Vikingen
- Rembrandt, Van Gogh
- energie
- gezondheid
- architectuur
Begeleiding van de Plusklas
Ons uitgangspunt is: er is niets mis met het kind, maar het is wel anders dan de meeste kinderen. Met dat anders-zijn moet het kind leren omgaan. Hierin willen wij in de begeleiding een bijdrage leveren. Dat gebeurt voornamelijk in onze Plusklassen. Fundamenteel hierin is het opbouwen van een sterk en positief zelfbeeld. Het is van belang dat het kind zichzelf beter gaat begrijpen en zichzelf gaat accepteren en waarderen zoals het is.
Voor elk kind ziet een traject er weer anders uit, maar de basis van elke begeleiding is:
Werkvormen die gebruikt worden zijn heel divers en kunnen o.a. zijn:
De leiding van de Plusklas is in handen van een ervaren en deskundige leerkracht, geholpen door een onderwijs-assistent. Voor ondersteuning en begeleiding van zowel de leerkracht als de kinderen is ook een in hoogbegaafdheid gespecialiseerde psycholoog of orthopedagoog beschikbaar. Begeleiding in de vorm van therapie-verlening is binnen het kader van de Plusklas niet mogelijk.
Voor elk kind ziet een traject er weer anders uit, maar de basis van elke begeleiding is:
- ruimte voor het kind om zichzelf te zijn;
- acceptatie van het kind als persoon;
- waardering van het kind (niet alleen van zijn prestaties);
- aanmoediging en ondersteuning van alle pogingen;
- vertrouwen in de vermogens van het kind.
Werkvormen die gebruikt worden zijn heel divers en kunnen o.a. zijn:
- gesprekken
- spelsituaties
- drama/rollenspel
- lichaamsoefeningen/dans
- ontspanningstechnieken
- creatieve uitingen (tekenen, schilderen, etc.)
- kaartspellen (bijv. om eigen kwaliteiten te rangschikken)
- opdrachten voor thuis
De leiding van de Plusklas is in handen van een ervaren en deskundige leerkracht, geholpen door een onderwijs-assistent. Voor ondersteuning en begeleiding van zowel de leerkracht als de kinderen is ook een in hoogbegaafdheid gespecialiseerde psycholoog of orthopedagoog beschikbaar. Begeleiding in de vorm van therapie-verlening is binnen het kader van de Plusklas niet mogelijk.
PONTE Plus - Plusklas 'in-the-box' voor primair onderwijs
Wilt u als school of bovenschools bestuur een plusklas aanbieden aan uw meer- en hoogbegaafde kinderen, dan kunt u ervoor kiezen om deze volledig aan ons uit te besteden.
Met ons PONTE PLUS programma bieden wij hoogwaardige professionele plusklassen voor het primair onderwijs, volledig in service.
Wat hebben wij u te bieden?
Uw voordelen
Wilt u meer weten?
Bel ons op 010 - 451 42 72 of stuur een e-mail naar [email protected]
Met ons PONTE PLUS programma bieden wij hoogwaardige professionele plusklassen voor het primair onderwijs, volledig in service.
Wat hebben wij u te bieden?
- Onze expertise en ervaring met hoogbegaafde kinderen, opgebouwd over een periode van meer dan 10 jaar.
- Ons team bestaat uit verschillende deskundigen die ruime ervaring hebben met het werken met hoogbegaafde kinderen.
- Een succesvol lesprogramma, afgestemd op de ontwikkelingsbehoefte van het individuele kind.
- Centraal binnen ons programma staat de sociaal emotionele ontwikkeling van het hoogbegaafde kind.
Uw voordelen
- Snelle realisatie van een plusklas van hoge kwaliteit
- Professionele organisatie
- Ontwikkeling van talenten binnen de school
- Aantrekkelijk programma voor nieuwe leerlingen
- Behoud van de eigen schoolidentiteit
Wilt u meer weten?
Bel ons op 010 - 451 42 72 of stuur een e-mail naar [email protected]
"Hoogbegaafde kinderen hebben een aanpak nodig die aansluit bij hun behoeften."
Het geheim van een succesvolle Plusklas
Wat is de problematiek bij hoogbegaafdheid?
Kinderen die hoogbegaafd zijn hebben een andere aanpak nodig, niet alleen thuis, maar ook in het onderwijs. Het reguliere basisonderwijs sluit echter niet altijd aan bij de (sociaal-emotionele en cognitieve) capaciteiten van deze groep kinderen.
Onderwijsprogramma’s die niet aansluiten bij de specifieke behoefte kunnen een desastreuse uitwerking hebben op de ontplooiing en ontwikkeling van deze unieke talenten. Vooral het zelfbeeld, de werkhouding, motivatie en creativiteit hebben ernstig te lijden, met als mogelijk gevolg onderpresteren, gedragsproblemen en kans op sociale isolatie.
Gevolgen
De gevolgen blijven vaak niet beperkt tot de leerlingen. Ook de ouders kunnen (ernstige) hinder ondervinden van de problemen van de kinderen. Zij zullen zich niet begrepen voelen en is er kans op grote onzekerheid. Er kunnen ernstige spanningen in het gezin ontstaan. Ouders gaan op eigen onderzoek uit, wat niet altijd leidt tot een correcte diagnose.
Ook school lijdt onder de problemen bij hoogbegaafde leerlingen. Zo maken hoogbegaafde leerlingen vaak eigen keuzes wat resulteert in een onrustige lesomgeving. De kinderen met een verkeerde werkhouding en weinig motivatie vragen veel (negatieve) aandacht van de leerkracht, hetgeen ten koste gaat van andere zaken.
Daar komt bij dat onderpresterende leerlingen lager op hun Cito toets zullen scoren dan verwacht zou mogen worden, waardoor de totaalscore van de school negatief wordt beïnvloed.
Kinderen die hoogbegaafd zijn hebben een andere aanpak nodig, niet alleen thuis, maar ook in het onderwijs. Het reguliere basisonderwijs sluit echter niet altijd aan bij de (sociaal-emotionele en cognitieve) capaciteiten van deze groep kinderen.
Onderwijsprogramma’s die niet aansluiten bij de specifieke behoefte kunnen een desastreuse uitwerking hebben op de ontplooiing en ontwikkeling van deze unieke talenten. Vooral het zelfbeeld, de werkhouding, motivatie en creativiteit hebben ernstig te lijden, met als mogelijk gevolg onderpresteren, gedragsproblemen en kans op sociale isolatie.
Gevolgen
De gevolgen blijven vaak niet beperkt tot de leerlingen. Ook de ouders kunnen (ernstige) hinder ondervinden van de problemen van de kinderen. Zij zullen zich niet begrepen voelen en is er kans op grote onzekerheid. Er kunnen ernstige spanningen in het gezin ontstaan. Ouders gaan op eigen onderzoek uit, wat niet altijd leidt tot een correcte diagnose.
Ook school lijdt onder de problemen bij hoogbegaafde leerlingen. Zo maken hoogbegaafde leerlingen vaak eigen keuzes wat resulteert in een onrustige lesomgeving. De kinderen met een verkeerde werkhouding en weinig motivatie vragen veel (negatieve) aandacht van de leerkracht, hetgeen ten koste gaat van andere zaken.
Daar komt bij dat onderpresterende leerlingen lager op hun Cito toets zullen scoren dan verwacht zou mogen worden, waardoor de totaalscore van de school negatief wordt beïnvloed.
Welke valkuilen zijn er bij het opzetten van een plusklas?
Ervaring leert dat een aangepast lesprogramma met daarbij een goed opgezette plusklas voldoende kan zijn, zodat een hoogbegaafd kind op een zinvolle manier de schoolweek doorkomt.
Investering
Het opzetten van een plusklas vergt veel van een school. Het is een flinke investering, niet alleen in tijd, maar ook in geld. Zo zal er expertise moeten worden opgebouwd over hoogbegaafdheid en hoe om te gaan met hoogbegaafde leerlingen. Leerkrachten dienen specifiek te worden geschoold. Vervolgens is het noodzakelijk om een adequaat lesprogramma met alternatieve leerroutes en middelen te ontwikkelen.
Ook de eigen groepsleerkrachten zullen aandacht en focus moeten hebben op het ontwikkelen van de talenten van het hoogbegaafde kind.
Extra begeleidingsmogelijkheden dienen beschikbaar te zijn en natuurlijk voldoende budget om de plusklas te kunnen opzetten en continueren.
Door onvoldoende expertise bestaat er een reële kans dat een school in één van de vele valkuilen stapt. We benoemen hier zeven belangrijke valkuilen.
Investering
Het opzetten van een plusklas vergt veel van een school. Het is een flinke investering, niet alleen in tijd, maar ook in geld. Zo zal er expertise moeten worden opgebouwd over hoogbegaafdheid en hoe om te gaan met hoogbegaafde leerlingen. Leerkrachten dienen specifiek te worden geschoold. Vervolgens is het noodzakelijk om een adequaat lesprogramma met alternatieve leerroutes en middelen te ontwikkelen.
Ook de eigen groepsleerkrachten zullen aandacht en focus moeten hebben op het ontwikkelen van de talenten van het hoogbegaafde kind.
Extra begeleidingsmogelijkheden dienen beschikbaar te zijn en natuurlijk voldoende budget om de plusklas te kunnen opzetten en continueren.
Door onvoldoende expertise bestaat er een reële kans dat een school in één van de vele valkuilen stapt. We benoemen hier zeven belangrijke valkuilen.
Zeven valkuilen
1. Focus op lesmateriaal
Lesmateriaal is een hulpmiddel dat deel uitmaakt van een ontwikkelingsplan. Lesmateriaal op zich heeft zonder een afstembaar lesprogramma veelal slechts een korte termijn effect. Met het hebben van lesmateriaal ontstaat niet automatisch een lesprogramma. Een lesprogramma is het alomvattende programma dat er op gericht is om het hoogbegaafde kind te ontwikkelen. Voor deze ontwikkeling is lesmateriaal dus van ondergeschikt belang.
2. Focus op cognitieve ontwikkeling
Programma’s die zich met name richten op de cognitieve ontwikkeling zullen niet altijd het gewenste effect behalen. Hoogbegaafdheid wordt niet alleen bepaald door het IQ (130 of meer), maar juist ook motivatie en creativiteit spelen een cruciale rol. Daar komt bij dat het kinderen met een hoge intelligentie betreft, waardoor cognitieve ontwikkeling soms minder prioriteit hoeft te hebben. Ook is het zo dat een hoogbegaafd kind niet langdurig gemotiveerd zal blijken te zijn bij een focus op de cognitieve ontwikkeling. Het kind zal zich uiteindelijk (weer) gaan vervelen. Er vindt geen herkenning van het kind plaats.
3. Ontbreken wetenschappelijke toelatingstoets
Om een veilige omgeving te creëren is het belangrijk dat er een homogene groep van gelijkgestemden ontstaat binnen de plusklas. Hiertoe is het van belang dat er op objectieve wijze wordt vastgesteld of een kind hoogbegaafd is. Hoewel niet alle kenmerken altijd even duidelijk aanwezig zullen zijn, bv. als gevolg van langdurig onderpresteren of het zich langdurig hebben moeten aanpassen, moet de verwachting wel duidelijk aanwezig zijn, dat het kind er in beginsel de beschikking over heeft.
Het didactisch niveau dat een kind op school laat zien, hoeft niet altijd overeen te komen met de daadwerkelijke capaciteiten (absoluut en relatief onderpresteren). Tevens is het niet zo dat kinderen die een A score op de CITO behalen, per se hoogbegaafd zijn. Mede daarom is het belangrijk om een onafhankelijk beeld te krijgen rondom de kenmerken van hoogbegaafdheid alsook van de sterke en mindere sterke kwaliteiten van het kind.
4. Leerprocessen lopen niet door buiten de plusklas
Een plusklas die géén doorwerking heeft naar de groep waarin het kind de rest van de week zit, zal eerder een averechts effect kunnen hebben dan dat het bijdraagt aan een positieve ontwikkeling. Het kind komt als het ware in twee geïsoleerde omgevingen te verkeren en dat vergroot de toch al aanwezige onbalans. Een kind dat naar de plusklas gaat heeft dus in ieder geval óók extra aandacht nodig van de groepsleerkracht.
5. Hetzelfde lesprogramma voor alle kinderen
Kinderen zijn verschillend en hebben verschillende ontwikkelingsbehoeftes, zoals uit psycho-diagnostisch onderzoek blijkt. Eenzelfde lesprogramma voor alle leerlingen sluit om die reden niet aan bij de individuele ontwikkelingsbehoefte van een hoogbegaafd kind, waardoor ontwikkeling achterblijft. Het lesprogramma dient aan te sluiten bij de individuele ontwikkelingsbehoefte van het hoogbegaafde kind. De geijkte lesprogramma’s hiertoe bevatten meerdere leerroutes.
6. Kopiëren van programma’s zonder duidelijke visie en helder doel
Standaard lesprogramma’s gaan meestal uit van het ontwikkelingstempo van een gemiddeld kind en de meeste kinderen voeren dat uit “omdat dat nou eenmaal moet”. Voor een hoogbegaafd kind ligt dat doorgaans anders: nut en noodzaak moeten duidelijk zijn en het hoger liggende doel moet wel motiverend zijn. Anders zal ook in dit geval het zonder meer gekopieerde programma een tegengestelde uitwerking kunnen hebben.
7. Ontbreken specifieke kennis bij de leerkrachten
Het is belangrijk voor de ontwikkeling van de talenten van het hoogbegaafde kind dat het een juiste begeleiding ontvangt. Hiertoe is het van belang dat er specifieke kennis in de omgang met hoogbegaafde kinderen aanwezig is bij de leerkrachten. Het ontbreken van deze kennis kan leiden tot een averechts effect bij een bepaalde aanpak.
Lesmateriaal is een hulpmiddel dat deel uitmaakt van een ontwikkelingsplan. Lesmateriaal op zich heeft zonder een afstembaar lesprogramma veelal slechts een korte termijn effect. Met het hebben van lesmateriaal ontstaat niet automatisch een lesprogramma. Een lesprogramma is het alomvattende programma dat er op gericht is om het hoogbegaafde kind te ontwikkelen. Voor deze ontwikkeling is lesmateriaal dus van ondergeschikt belang.
2. Focus op cognitieve ontwikkeling
Programma’s die zich met name richten op de cognitieve ontwikkeling zullen niet altijd het gewenste effect behalen. Hoogbegaafdheid wordt niet alleen bepaald door het IQ (130 of meer), maar juist ook motivatie en creativiteit spelen een cruciale rol. Daar komt bij dat het kinderen met een hoge intelligentie betreft, waardoor cognitieve ontwikkeling soms minder prioriteit hoeft te hebben. Ook is het zo dat een hoogbegaafd kind niet langdurig gemotiveerd zal blijken te zijn bij een focus op de cognitieve ontwikkeling. Het kind zal zich uiteindelijk (weer) gaan vervelen. Er vindt geen herkenning van het kind plaats.
3. Ontbreken wetenschappelijke toelatingstoets
Om een veilige omgeving te creëren is het belangrijk dat er een homogene groep van gelijkgestemden ontstaat binnen de plusklas. Hiertoe is het van belang dat er op objectieve wijze wordt vastgesteld of een kind hoogbegaafd is. Hoewel niet alle kenmerken altijd even duidelijk aanwezig zullen zijn, bv. als gevolg van langdurig onderpresteren of het zich langdurig hebben moeten aanpassen, moet de verwachting wel duidelijk aanwezig zijn, dat het kind er in beginsel de beschikking over heeft.
Het didactisch niveau dat een kind op school laat zien, hoeft niet altijd overeen te komen met de daadwerkelijke capaciteiten (absoluut en relatief onderpresteren). Tevens is het niet zo dat kinderen die een A score op de CITO behalen, per se hoogbegaafd zijn. Mede daarom is het belangrijk om een onafhankelijk beeld te krijgen rondom de kenmerken van hoogbegaafdheid alsook van de sterke en mindere sterke kwaliteiten van het kind.
4. Leerprocessen lopen niet door buiten de plusklas
Een plusklas die géén doorwerking heeft naar de groep waarin het kind de rest van de week zit, zal eerder een averechts effect kunnen hebben dan dat het bijdraagt aan een positieve ontwikkeling. Het kind komt als het ware in twee geïsoleerde omgevingen te verkeren en dat vergroot de toch al aanwezige onbalans. Een kind dat naar de plusklas gaat heeft dus in ieder geval óók extra aandacht nodig van de groepsleerkracht.
5. Hetzelfde lesprogramma voor alle kinderen
Kinderen zijn verschillend en hebben verschillende ontwikkelingsbehoeftes, zoals uit psycho-diagnostisch onderzoek blijkt. Eenzelfde lesprogramma voor alle leerlingen sluit om die reden niet aan bij de individuele ontwikkelingsbehoefte van een hoogbegaafd kind, waardoor ontwikkeling achterblijft. Het lesprogramma dient aan te sluiten bij de individuele ontwikkelingsbehoefte van het hoogbegaafde kind. De geijkte lesprogramma’s hiertoe bevatten meerdere leerroutes.
6. Kopiëren van programma’s zonder duidelijke visie en helder doel
Standaard lesprogramma’s gaan meestal uit van het ontwikkelingstempo van een gemiddeld kind en de meeste kinderen voeren dat uit “omdat dat nou eenmaal moet”. Voor een hoogbegaafd kind ligt dat doorgaans anders: nut en noodzaak moeten duidelijk zijn en het hoger liggende doel moet wel motiverend zijn. Anders zal ook in dit geval het zonder meer gekopieerde programma een tegengestelde uitwerking kunnen hebben.
7. Ontbreken specifieke kennis bij de leerkrachten
Het is belangrijk voor de ontwikkeling van de talenten van het hoogbegaafde kind dat het een juiste begeleiding ontvangt. Hiertoe is het van belang dat er specifieke kennis in de omgang met hoogbegaafde kinderen aanwezig is bij de leerkrachten. Het ontbreken van deze kennis kan leiden tot een averechts effect bij een bepaalde aanpak.
Hoe kan de problematiek het best worden aangepakt?
Nu we een aantal belangrijke valkuilen benoemd hebben kunnen we overgaan tot het beantwoorden van de vraag, wat is een goed opgezette plusklas.
Een goed opgezette plusklas
Allereerst dient de plusklas een plek te zijn waar het kind even helemaal zichzelf kan zijn, zich niet hoeft aan te passen of in te houden, omdat anderen hem/haar anders ‘raar’ of een ‘wijsneus’ vinden. Het is een plek waar het kind zich gezien en geaccepteerd moet voelen. Het ontdekt dan dat er ook andere kinderen zijn die hetzelfde in elkaar zitten, er is (h)erkenning.
Binnen de plusklas moet er een zodanige omgeving worden gecreëerd dat de talenten van alle leerlingen uit de plusklas optimaal ontwikkeld worden. Dit geldt niet alleen voor de groep die fluitend door het leven gaat, maar vooral ook de kwetsbare groep die (het risico op) psychische problemen heeft. Deze groep bestrijkt ongeveer een derde tot de helft van de hoogbegaafde leerlingen.
Professionele programma’s
Om deze kwetsbare groep kinderen te helpen zijn professionele programma’s met een specifieke psychologische inslag noodzakelijk. Dergelijke programma’s hebben een sterke focus op de sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling van het hoogbegaafde kind.
Het ontwikkelen van deze professionele lesprogramma’s is geen sinecure en vergt een grote materiekennis. Het is belangrijk dat de elementen binnen het programma aansluiten bij de karaktereigenschappen van het hoogbegaafde kind. Alleen dan kunnen de talenten worden ontwikkeld. Daar komt bij dat niet alle kinderen hetzelfde zijn. Zo hebben ze verschillende ontwikkelingsbehoeften. Het lesprogramma van de plusklas is dan ook afgestemd op de behoefte van het individuele kind en kent meerdere leerroutes.
Daar komt bij dat de plusklas uitdagend moet zijn. Dan zal blijken dat de werkhouding verbetert doordat het kind hier ervaart dat er ook dingen zijn die het niet in één keer perfect kan, maar waar het zich echt voor moet inspannen. Als gevolg hiervan nemen de motivatie, het zelfvertrouwen en het plezier toe: het kind komt beter in zijn vel te zitten.
Psycho-diagnostisch onderzoek
Gedurende de tijd dat het kind in de plusklas zit, is het belangrijk dat het de juiste begeleiding ontvangt. Hiertoe is het van belang te weten welke kenmerken een kind heeft en hoe het reageert op prikkels van buitenaf. Een manier om hier achter te komen is een psycho-diagnostisch onderzoek. De uitkomst van het psycho-diagnostisch onderzoek is meerledig. Ten eerste wordt vastgesteld of het kind in de basis beschikt over de kenmerken van hoogbegaafdheid, een belangrijke eis voor deelname aan de plusklas.
Ten tweede geeft het onderzoek aan wat de specifieke ontwikkelingsbehoefte van een kind zijn, waardoor het mogelijk is om het lesprogramma op deze behoefte aan te laten sluiten. Tenslotte is uit het psycho-diagnostisch onderzoek af te leiden hoe een kind reageert op bepaalde prikkels in zijn of haar omgeving, wat een juiste begeleiding mogelijk maakt.
Een goed opgezette plusklas
Allereerst dient de plusklas een plek te zijn waar het kind even helemaal zichzelf kan zijn, zich niet hoeft aan te passen of in te houden, omdat anderen hem/haar anders ‘raar’ of een ‘wijsneus’ vinden. Het is een plek waar het kind zich gezien en geaccepteerd moet voelen. Het ontdekt dan dat er ook andere kinderen zijn die hetzelfde in elkaar zitten, er is (h)erkenning.
Binnen de plusklas moet er een zodanige omgeving worden gecreëerd dat de talenten van alle leerlingen uit de plusklas optimaal ontwikkeld worden. Dit geldt niet alleen voor de groep die fluitend door het leven gaat, maar vooral ook de kwetsbare groep die (het risico op) psychische problemen heeft. Deze groep bestrijkt ongeveer een derde tot de helft van de hoogbegaafde leerlingen.
Professionele programma’s
Om deze kwetsbare groep kinderen te helpen zijn professionele programma’s met een specifieke psychologische inslag noodzakelijk. Dergelijke programma’s hebben een sterke focus op de sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling van het hoogbegaafde kind.
Het ontwikkelen van deze professionele lesprogramma’s is geen sinecure en vergt een grote materiekennis. Het is belangrijk dat de elementen binnen het programma aansluiten bij de karaktereigenschappen van het hoogbegaafde kind. Alleen dan kunnen de talenten worden ontwikkeld. Daar komt bij dat niet alle kinderen hetzelfde zijn. Zo hebben ze verschillende ontwikkelingsbehoeften. Het lesprogramma van de plusklas is dan ook afgestemd op de behoefte van het individuele kind en kent meerdere leerroutes.
Daar komt bij dat de plusklas uitdagend moet zijn. Dan zal blijken dat de werkhouding verbetert doordat het kind hier ervaart dat er ook dingen zijn die het niet in één keer perfect kan, maar waar het zich echt voor moet inspannen. Als gevolg hiervan nemen de motivatie, het zelfvertrouwen en het plezier toe: het kind komt beter in zijn vel te zitten.
Psycho-diagnostisch onderzoek
Gedurende de tijd dat het kind in de plusklas zit, is het belangrijk dat het de juiste begeleiding ontvangt. Hiertoe is het van belang te weten welke kenmerken een kind heeft en hoe het reageert op prikkels van buitenaf. Een manier om hier achter te komen is een psycho-diagnostisch onderzoek. De uitkomst van het psycho-diagnostisch onderzoek is meerledig. Ten eerste wordt vastgesteld of het kind in de basis beschikt over de kenmerken van hoogbegaafdheid, een belangrijke eis voor deelname aan de plusklas.
Ten tweede geeft het onderzoek aan wat de specifieke ontwikkelingsbehoefte van een kind zijn, waardoor het mogelijk is om het lesprogramma op deze behoefte aan te laten sluiten. Tenslotte is uit het psycho-diagnostisch onderzoek af te leiden hoe een kind reageert op bepaalde prikkels in zijn of haar omgeving, wat een juiste begeleiding mogelijk maakt.
Het proces
Proces
Het ontwikkelen van de talenten van een hoogbegaafd kind kan in het volgende proces worden samengevat.
Stap 1 Psyche-Diagnostisch onderzoek:
Stap 2 Opstellen ontwikkelingsplan:
Stap 3 Uitvoeren van het ontwikkelingsplan:
Dagdeel per week
Om effect te hebben is het belangrijk dat een kind minimaal een dagdeel (3 uur) per week naar de plusklas gaat. Deze tijd is nodig om het kind te laten wennen zichzelf te kunnen zijn en het ontwikkelingsplan ten uitvoer te brengen.
Drie uur in een hele week is echter niet voldoende om het hoogbegaafde kind volledig te ontplooien. Het is van belang dat gedurende de rest van de week het hoogbegaafde kind ook ondersteund wordt. Deze ondersteuning kan verleend worden door de eigen groepsleerkracht door middel van een aangepast lesprogramma. Een plusklas is een aanvulling op het aangepaste lesprogramma, geen vervanging!
Goede samenwerking
Om tot een goed resultaat te komen is een goede samenwerking tussen de begeleiders van de plusklas en de eigen groepsleerkrachten noodzakelijk. Afspraken hierover kunnen worden gemaakt, vergelijkbaar met afspraken die met een onderwijsbegeleidingsdienst worden gemaakt.
Het ontwikkelen van de talenten van een hoogbegaafd kind kan in het volgende proces worden samengevat.
Stap 1 Psyche-Diagnostisch onderzoek:
- Vaststellen of het kind in beginsel beschikt over de kenmerken van hoogbegaafdheid;
- Vaststellen van de karaktereigenschappen, specifieke talenten en ontwikkelingspunten van het hoogbegaafde kind;
- Vaststellen wat de ontwikkelingsbehoefte van het hoogbegaafde kind is.
Stap 2 Opstellen ontwikkelingsplan:
- Afstemmen van het lesprogramma op de vastgestelde ontwikkelingsbehoefte;
- Bepalen welke hulpmiddelen cq lesmaterialen het beste aansluiten;
- Bepalen hoe het hoogbegaafde kind het beste benaderd kan worden.
Stap 3 Uitvoeren van het ontwikkelingsplan:
- Uitvoeren van het afgestemde lesprogramma gedurende de plusklas;
- Geven van juiste begeleiding ook buiten de plusklas;
- Begeleiding gedurende de week.
Dagdeel per week
Om effect te hebben is het belangrijk dat een kind minimaal een dagdeel (3 uur) per week naar de plusklas gaat. Deze tijd is nodig om het kind te laten wennen zichzelf te kunnen zijn en het ontwikkelingsplan ten uitvoer te brengen.
Drie uur in een hele week is echter niet voldoende om het hoogbegaafde kind volledig te ontplooien. Het is van belang dat gedurende de rest van de week het hoogbegaafde kind ook ondersteund wordt. Deze ondersteuning kan verleend worden door de eigen groepsleerkracht door middel van een aangepast lesprogramma. Een plusklas is een aanvulling op het aangepaste lesprogramma, geen vervanging!
Goede samenwerking
Om tot een goed resultaat te komen is een goede samenwerking tussen de begeleiders van de plusklas en de eigen groepsleerkrachten noodzakelijk. Afspraken hierover kunnen worden gemaakt, vergelijkbaar met afspraken die met een onderwijsbegeleidingsdienst worden gemaakt.
Het PONTE Plusklas programma
Een hoogbegaafd kind is gewoon een kind als alle andere, maar in bepaalde opzichten is het juist anders: het is een kind met bijzondere capaciteiten, bijvoorbeeld op het gebied van intelligentie, sport en muziek en/of kunstzinnigheid. Het is een zeer creatief ingesteld kind, dat originele oplossingen voor problemen vindt. En het is ook een kind met een haast grenzeloze nieuwsgierigheid en een sterke gedrevenheid om taken tot een goed einde te brengen. Een hoogbegaafd kind heeft specifieke behoeften, zowel intellectueel als in sociaal-emotioneel opzicht.
Het opzetten van een plusklas voor hoogbegaafde leerlingen vergt veel en kent vele valkuilen. Daarom kan school ervoor kiezen gebruik te maken van door anderen ontwikkelde professionele plusklasprogramma’s. Een voorbeeld hiervan is het plusklasprogramma van PONTE.
De doelstelling van de PONTE plusklas is om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van hoogbegaafde kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar, zowel op intellectueel als op sociaal-emotioneel en creatief gebied, door:
Uit ervaring en uit onderzoek blijkt dat het deelnemen aan de plusklas vaak een zeer gunstig effect heeft op het welbevinden en de harmonieuze ontwikkeling van een hoogbegaafd kind. De intentie bij alles wat in de plusklas wordt aangeboden is om een extra verrijking te bieden, aanvullend op wat het kind op school doet: de plusklas moet dus zeker niet gezien worden als een vervanger voor school!
Het opzetten van een plusklas voor hoogbegaafde leerlingen vergt veel en kent vele valkuilen. Daarom kan school ervoor kiezen gebruik te maken van door anderen ontwikkelde professionele plusklasprogramma’s. Een voorbeeld hiervan is het plusklasprogramma van PONTE.
De doelstelling van de PONTE plusklas is om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van hoogbegaafde kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar, zowel op intellectueel als op sociaal-emotioneel en creatief gebied, door:
- ieder kind een intellectuele stimulans en uitdaging op eigen niveau te bieden (cognitief aspect);
- alle kinderen de gelegenheid te bieden met gelijkgestemde leeftijdgenoten in contact te komen en daarmee te kunnen optrekken (sociaal aspect);
- de emotionele ontwikkeling doelgericht te stimuleren en (binnen de mogelijkheden) eventuele blokkades op te heffen (emotioneel aspect);
- te stimuleren dat de creatieve capaciteiten zich zo optimaal mogelijk kunnen ontplooien (creativiteitsaspect);
- gerichte aandacht te besteden aan de ontwikkeling van de werkhouding.
Uit ervaring en uit onderzoek blijkt dat het deelnemen aan de plusklas vaak een zeer gunstig effect heeft op het welbevinden en de harmonieuze ontwikkeling van een hoogbegaafd kind. De intentie bij alles wat in de plusklas wordt aangeboden is om een extra verrijking te bieden, aanvullend op wat het kind op school doet: de plusklas moet dus zeker niet gezien worden als een vervanger voor school!
Drietal hoofdactiviteiten
In beginsel bevat iedere plusklas-bijeenkomst drie hoofdactiviteiten.
1. Sociaal emotionele aspect
Het sociaal emotionele aspect speelt een belangrijke rol tijdens de activiteiten van de plusklas. Emoties waar kinderen mee te maken (kunnen) krijgen worden benoemd, herkend en uitgebeeld; mogelijke reacties en gevolgen worden besproken. Het hoogbegaafde kind is anders dan het gemiddelde kind waardoor o.a. onzekerheid meer de ruimte krijgt om zich te manifesteren. Dit kan een remmende invloed hebben op het ontwikkelen van de eigen individualiteit. Juist daarom is het zo fijn dat zij een dagdeel per week ontwikkelingsgelijken kunnen ontmoeten in de plusklas. Dat versterkt hun zelfbeeld, nodigt uit tot vriendschap en maakt dat zij zich (h)erkend voelen en zich met anderen kunnen meten.
2. Creativiteit
Daarnaast is er aandacht voor creativiteit, onder andere door middel van tekenen, schilderen, muziek, knutselen en toneel/drama. Immers, creativiteit is erg belangrijk bij hoogbegaafde kinderen. Ook wordt de fysieke/motorische ontwikkeling gestimuleerd door bijvoorbeeld dansen en lichaamsoefeningen. Dit vormt vooral een belangrijk onderdeel voor kinderen die een minder sterke motorische ontwikkeling hebben. In een veilige omgeving wordt hen geleerd om tegen hun grenzen aan te lopen en uiteindelijk zelfs om hun eigen grenzen te verleggen!
3. Cognitief uitdagende projecten
En natuurlijk is er ruim de tijd om individueel of in groepsverband aan cognitief uitdagende projecten te werken, waarbij aangesloten wordt bij de motivatie en interesses van de kinderen zelf.
Voorbeelden van thema’s waar de kinderen aan kunnen werken zijn: het heelal/de planeten, poëzie, mythen en sagen, filosofie, het functioneren van het menselijk lichaam, de klimaatverandering, schilderkunst, Romeinen, Grieken, Vikingen, Rembrandt, Van Gogh, energie, gezondheid, architectuur.
Er wordt daarbij gebruik gemaakt van uiteenlopende werkvormen zoals: gesprekken, spelsituaties, drama/rollenspel, lichaamsoefeningen/dans, ontspanningstechnieken, creatieve uitingen (tekenen, schilderen, etc.), kaartspellen (bijv. om eigen kwaliteiten te rangschikken) en opdrachten voor thuis.
Tijdens de plusklas-bijeenkomsten is er ook ruimte voor de kinderen om een spreekbeurt te houden, een vertelling of een presentatie te verzorgen of muziek ten gehore te brengen. Zaken die doorgaans met nadruk worden gestimuleerd. En natuurlijk is er ook tijd om informeel met elkaar te praten, te spelen, te bouwen of te knutselen.
Soms komt er naar aanleiding van een project een gastdocent naar de plusklas, die vertelt over zijn of haar werkterrein of vakgebied, of wordt er een excursie gemaakt naar een museum, een fabriek, een instituut of een atelier. Hulp van ouders bij dit laatste aspect is overigens onontbeerlijk. Het kan zijn dat voor dergelijke uitstapjes een incidentele bijdrage aan ouders wordt gevraagd.
1. Sociaal emotionele aspect
Het sociaal emotionele aspect speelt een belangrijke rol tijdens de activiteiten van de plusklas. Emoties waar kinderen mee te maken (kunnen) krijgen worden benoemd, herkend en uitgebeeld; mogelijke reacties en gevolgen worden besproken. Het hoogbegaafde kind is anders dan het gemiddelde kind waardoor o.a. onzekerheid meer de ruimte krijgt om zich te manifesteren. Dit kan een remmende invloed hebben op het ontwikkelen van de eigen individualiteit. Juist daarom is het zo fijn dat zij een dagdeel per week ontwikkelingsgelijken kunnen ontmoeten in de plusklas. Dat versterkt hun zelfbeeld, nodigt uit tot vriendschap en maakt dat zij zich (h)erkend voelen en zich met anderen kunnen meten.
2. Creativiteit
Daarnaast is er aandacht voor creativiteit, onder andere door middel van tekenen, schilderen, muziek, knutselen en toneel/drama. Immers, creativiteit is erg belangrijk bij hoogbegaafde kinderen. Ook wordt de fysieke/motorische ontwikkeling gestimuleerd door bijvoorbeeld dansen en lichaamsoefeningen. Dit vormt vooral een belangrijk onderdeel voor kinderen die een minder sterke motorische ontwikkeling hebben. In een veilige omgeving wordt hen geleerd om tegen hun grenzen aan te lopen en uiteindelijk zelfs om hun eigen grenzen te verleggen!
3. Cognitief uitdagende projecten
En natuurlijk is er ruim de tijd om individueel of in groepsverband aan cognitief uitdagende projecten te werken, waarbij aangesloten wordt bij de motivatie en interesses van de kinderen zelf.
Voorbeelden van thema’s waar de kinderen aan kunnen werken zijn: het heelal/de planeten, poëzie, mythen en sagen, filosofie, het functioneren van het menselijk lichaam, de klimaatverandering, schilderkunst, Romeinen, Grieken, Vikingen, Rembrandt, Van Gogh, energie, gezondheid, architectuur.
Er wordt daarbij gebruik gemaakt van uiteenlopende werkvormen zoals: gesprekken, spelsituaties, drama/rollenspel, lichaamsoefeningen/dans, ontspanningstechnieken, creatieve uitingen (tekenen, schilderen, etc.), kaartspellen (bijv. om eigen kwaliteiten te rangschikken) en opdrachten voor thuis.
Tijdens de plusklas-bijeenkomsten is er ook ruimte voor de kinderen om een spreekbeurt te houden, een vertelling of een presentatie te verzorgen of muziek ten gehore te brengen. Zaken die doorgaans met nadruk worden gestimuleerd. En natuurlijk is er ook tijd om informeel met elkaar te praten, te spelen, te bouwen of te knutselen.
Soms komt er naar aanleiding van een project een gastdocent naar de plusklas, die vertelt over zijn of haar werkterrein of vakgebied, of wordt er een excursie gemaakt naar een museum, een fabriek, een instituut of een atelier. Hulp van ouders bij dit laatste aspect is overigens onontbeerlijk. Het kan zijn dat voor dergelijke uitstapjes een incidentele bijdrage aan ouders wordt gevraagd.
Begeleiding en ELOP
Begeleiding
Uitgangspunt bij PONTE in het werken met hoogbegaafde kinderen is: er is niets mis met een kind, maar het is wel anders dan de meeste kinderen.
Met dat anders-zijn moet het kind leren omgaan en PONTE wil hier door middel van specifieke begeleiding een bijdrage in leveren. Dat gebeurt voornamelijk in de plusklassen. Fundamenteel hierin is het opbouwen van een sterk en positief zelfbeeld. Het is van belang dat het kind zichzelf beter gaat begrijpen en zichzelf gaat accepteren en waarderen zoals het is.
Voor elk kind ziet een traject er weer anders uit, maar de basis van elke begeleiding is:
Werkvormen die gebruikt worden zijn heel divers en kunnen o.a. zijn:
De leiding van de plusklas is in handen van een ervaren en deskundige leerkracht, geholpen door een onderwijs-assistent. Voor ondersteuning en begeleiding van zowel de leerkracht als de kinderen is ook een in hoogbegaafdheid gespecialiseerde psycholoog of orthopedagoog beschikbaar. Begeleiding in de vorm van therapie-verlening is binnen het kader van de plusklas niet mogelijk.
ELOP
Kinderen die gebruik maken van de plusklas kunnen ook een beroep doen op ELOP, wat staat voor Elektronische Leer Omgeving PONTE. Kinderen kunnen hiermee, zowel thuis als op school, verder werken aan onderwerpen die in de plusklas aan bod zijn geweest om zo de continuïteit tussen school, de plusklas en ouders te waarborgen.
Voordelen van ELOP zijn onder andere dat een kind in zijn eigen groep door kan werken aan de leerstof uit de plusklas, waardoor de leerkracht op dit aspect ontlast wordt en dat de continuïteit van het leerprogramma van het hoogbegaafde kind gewaarborgd is.
Meer weten?
Neem voor meer informatie over onze plusklassen of ons plusklasprogramma voor scholen en bovenschoolse besturen, PONTE PLUS, contact met ons op via 010 451 42 72 of stuur een e-mail naar [email protected].
Uitgangspunt bij PONTE in het werken met hoogbegaafde kinderen is: er is niets mis met een kind, maar het is wel anders dan de meeste kinderen.
Met dat anders-zijn moet het kind leren omgaan en PONTE wil hier door middel van specifieke begeleiding een bijdrage in leveren. Dat gebeurt voornamelijk in de plusklassen. Fundamenteel hierin is het opbouwen van een sterk en positief zelfbeeld. Het is van belang dat het kind zichzelf beter gaat begrijpen en zichzelf gaat accepteren en waarderen zoals het is.
Voor elk kind ziet een traject er weer anders uit, maar de basis van elke begeleiding is:
- ruimte voor het kind om zichzelf te zijn;
- acceptatie van het kind als persoon;
- waardering van het kind (niet alleen van zijn prestaties);
- aanmoediging en ondersteuning van alle pogingen;
- vertrouwen in de vermogens van het kind.
Werkvormen die gebruikt worden zijn heel divers en kunnen o.a. zijn:
- gesprekken;
- spelsituaties;
- drama/rollenspel;
- lichaamsoefeningen/dans;
- ontspanningstechnieken;
- creatieve uitingen (tekenen, schilderen, etc.);
- kaartspellen (bijv. om eigen kwaliteiten te rangschikken);
- opdrachten voor thuis.
De leiding van de plusklas is in handen van een ervaren en deskundige leerkracht, geholpen door een onderwijs-assistent. Voor ondersteuning en begeleiding van zowel de leerkracht als de kinderen is ook een in hoogbegaafdheid gespecialiseerde psycholoog of orthopedagoog beschikbaar. Begeleiding in de vorm van therapie-verlening is binnen het kader van de plusklas niet mogelijk.
ELOP
Kinderen die gebruik maken van de plusklas kunnen ook een beroep doen op ELOP, wat staat voor Elektronische Leer Omgeving PONTE. Kinderen kunnen hiermee, zowel thuis als op school, verder werken aan onderwerpen die in de plusklas aan bod zijn geweest om zo de continuïteit tussen school, de plusklas en ouders te waarborgen.
Voordelen van ELOP zijn onder andere dat een kind in zijn eigen groep door kan werken aan de leerstof uit de plusklas, waardoor de leerkracht op dit aspect ontlast wordt en dat de continuïteit van het leerprogramma van het hoogbegaafde kind gewaarborgd is.
Meer weten?
Neem voor meer informatie over onze plusklassen of ons plusklasprogramma voor scholen en bovenschoolse besturen, PONTE PLUS, contact met ons op via 010 451 42 72 of stuur een e-mail naar [email protected].
Hoe mogen we u van dienst zijn?
Met onze uitgebreide expertise op het terrein van hoogbegaafdheid wil PONTE u graag terzijde staan en begeleiden. Ons multidisciplinair onderzoeksteam staat altijd voor u klaar! Aarzelt u dan ook niet om vrijblijvend contact met ons op te nemen via onderstaande formulieren. Bellen kan natuurlijk ook, (010) 451 42 72.
PONTE Psychologisch Adviesbureau
Schinkelse Baan 1
2908 LE Capelle aan den IJssel
(010) 451 42 72
[email protected]
Schinkelse Baan 1
2908 LE Capelle aan den IJssel
(010) 451 42 72
[email protected]
©2022 PONTE Psychologisch Adviesbureau